6 Montage
6.2.1.4 Onbuigzame rookgasafvoerleiding in de
schacht monteren
1
1.
Laat de eerste rookgasafvoerbuis (3) met behulp van
een kabel (2) zakken tot u de volgende rookgasafvoer-
buis (1) kunt plaatsen.
2.
Schuif op afstanden van max. 5 m telkens een
afstandshouder (4) op de rookgasbuizen.
–
Plaats bij schachten met een diameter tussen 113
mm en 120 mm of met een zijdelingse lengte tussen
100 mm en 110 mm geen afstandshouders.
3.
Als u een revisieopening in de starre rookgasleiding
ingezet hebt, dan plaatst u bijkomend voor en achter de
revisieopening telkens een afstandshouder.
4.
Steek zo veel buizen samen tot u de onderste buis in
de steunbocht kunt steken en op een bovenste buis een
schachtkap kan worden gemonteerd.
–
De kant met de moffen van de rookgasafvoerbuizen
moet altijd naar boven wijzen.
5.
Trek de kabel uit de schacht.
6.
Monteer de schachtkap uit kunststof (PP).
(→ Pagina 44)
Alternatief
7.
▶
Monteer de schachtkap uit roestvrij staal op de on-
buigzame rookgasafvoerleiding. (→ Pagina 48)
30
6.2.1.5 Schacht-/wandaansluiting monteren
a
A
B
2
3
2
1
3
a
Van de omgevingslucht
onafhankelijke werking
b
Van de omgevingslucht
afhankelijke werking
1.
Kort de verbrandingsgasafvoerbuis in (3) en steek ze
op de steunbocht.
⌀ 60/100 mm
Maat
A
13
B
25
Schachtaansluiting voor niet-autonome bediening
4
monteren
2.
Maak de verbrandingsgasafvoerbuis vast met mortel en
laat deze uitharden.
3.
Verkort de luchtbuis (2). Snijd hierbij niet het einde met
de arrêteerinrichting af, omdat de centrering via de ar-
rêteerinrichting, de muurrozet en de luchtbuisklem ge-
beurt.
4.
Schuif de luchttoevoerbuis tot aan de muur over de
verbrandingsgasafvoerbuis.
5.
Monteer de muurrozet (1).
6.
Sluit het product op de VLT/VGA-aansluiting aan.
(→ Pagina 68)
A
max. 5 m
b
A
B
3
2
1
1
Muurrozet
2
Luchttoevoerbuis
3
Rookgasafvoerbuis
⌀ 80/125 mm
25
25
B
B
Schoorsteenventilatie
2
B
= 75cm
(bij rook-
min
gasleidingen DN 60),
2
125 cm
(bij rookgaslei-
dingen ≥ DN 80)
Montagehandleiding 0020151728_05