Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkingslimieten; Ruitenwissers Vóór - PEUGEOT 508 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer voetgangers of dieren worden
waargenomen, verschijnen deze in gele kaders.
Wanneer het systeem de kans op
een aanrijding met een voetganger
of een dier waarneemt, geeft het een
waarschuwing: op het instrumentenpaneel wordt
een van deze symbolen weergegeven. Het
betreffende silhouet wordt rood omkaderd.
Als de functie "Nachtzicht" niet is geselecteerd,
verschijnt de waarschuwing in een tijdelijk
venster.
In het geval van een waarschuwing kan
de bestuurder direct ingrijpen via een
uitwijkmanoeuvre of door te remmen.
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden ingesteld in het
menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen.

Werkingslimieten

Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk minder goed of helemaal niet:
– als het zicht slecht is (bij sneeuwval, zware
regenval of dichte mist),
– als de camera wordt bedekt door sneeuw,
modder of stof,
– als de camera bekrast is door het herhaaldelijk
wassen van de auto in een wasstraat met
roterende borstels,
– bij een zeer hoge buitentemperatuur,
– aan de top of de voet van een steile helling.
– op zeer bochtige wegen,
– in een bocht,
– na een aanrijding, waardoor de instellingen
van de camera verstoord zijn of de camera
beschadigd is.
– als het luchtrooster opnieuw gespoten is,
maar niet door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Onderhoudstips
De infraroodcamera beschikt over een
ruitensproeierkop die is aangesloten op het
ruitensproeiersysteem aan de voorzijde van de
auto.
Deze ruitensproeierkop werkt bij elk 5e gebruik
van de ruitensproeiers.
Controleer regelmatig of de camera schoon is.
Zorg er bij slecht of winters weer voor dat de
camera niet bedekt raakt met modder, ijs of
sneeuw.
Storing
Een oranje verklikkerlampje gaat branden
als aan alle werkingsvoorwaarden is
voldaan, in combinatie met een melding die een
systeemstoring aangeeft.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Ruitenwisserschakelaar
Verwijder onder winterse
omstandigheden sneeuw, ijs of rijp van
Verlichting en zicht
de voorruit, van het gebied rondom de
ruitenwisserarmen en -bladen en van de
voorruitrand alvorens de ruitenwissers in te
schakelen.
Schakel de ruitenwissers niet in als de
voorruit droog is. Controleer voordat u bij
extreem koud of warm weer de ruitenwissers
inschakelt of de ruitenwisserbladen niet
vastzitten aan de voorruit.
Ruitenwissers vóór
► De wissnelheid selecteren: zet de hendel
omhoog of omlaag in de gewenste stand.
Wissen op hoge snelheid (hevige
neerslag)
Wissen op normale snelheid (matige
regenval)
Intervalwissen (wissnelheid afhankelijk
van de rijsnelheid)
Uit
4
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave