Toegang tot de auto
► Zet het contact aan; het alarm stopt. Het
lampje in de toets gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
► Vergrendel de auto of schakel de
supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het rode
lampje van de toets blijft branden, duidt dit op
een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Automatisch inschakelen
van het alarm
(Afhankelijk van het verkoopland)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
2 minuten nadat het laatste portier of de
bagageruimte is gesloten.
► Om het afgaan van het alarm bij het openen
van een portier of de achterklep te voorkomen,
moet u eerst op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening drukken of moet u de
auto ontgrendelen met het Keyless entry and
start-systeem.
36
Portieren
Uw auto heeft portieren met frameloze ruiten.
Zodra de buiten- of binnenportiergreep wordt
gebruikt voor het openen en sluiten van het
portier, wordt een systeem geactiveerd om de
ruit iets te laten zakken.
Openen
Van buitenaf
► Wanneer u de auto hebt ontgrendeld of de
elektronische sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich in de detectiezone bevindt,
trek aan de portierhandgreep.
De ruit gaat automatisch een paar millimeter
omlaag, zodat het portier bij het sluiten goed
wordt afgedicht.
Wanneer het portier langer dan één
minuut open blijft staan, gaat de ruit weer
omhoog; trek nog een keer aan de
portiergreep om het systeem weer te
activeren.
Bij vrieskou kan de aanwezigheid van ijs
het 'micro-descent' ruitsysteem (om de ruit
iets te laten zakken) hinderen; verwijder het
ijs dat zich bij de onderste afdichting van
de ruit heeft gevormd en open vervolgens
voorzichtig het portier.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend.
Van binnenuit
► Trek aan de binnenportiergreep van een
portier; de auto wordt dan volledig ontgrendeld.
De ruit gaat automatisch enkele millimeter
omlaag, zodat het portier bij het sluiten goed
wordt afgedicht.
Als de selectieve ontgrendeling is
geactiveerd:
– Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, wordt alleen het bestuurdersportier
ontgrendeld (als de auto nog niet volledig was
ontgrendeld).
– Wanneer een van de passagiersportieren
wordt geopend, wordt de auto volledig
ontgrendeld.