contact aan om de buitenspiegels te kunnen
verstellen.
Tijdens het rijden
Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuurwiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt.
Verstel de stoelen en het stuurwiel nooit
tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Voorstoelen
Zorg er bij het naar achteren schuiven
van de stoel voor dat de beweging van
de stoel niet kan worden gehinderd door
personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voorwerpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Hoofdsteunen vóór
Hoogteverstelling
► Omhoog: trek de hoofdsteun omhoog tot
de gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
► Omlaag: houd knop B ingedrukt en duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste hoogte.
De hoofdsteun is correct afgesteld als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
► Druk pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en deze volledig te verwijderen.
► Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
Ergonomie en comfort
► Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
► Druk het ontgrendelknopje (A) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
► Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. Deze moeten zijn geplaatst
en goed zijn afgesteld voor de betreffende
inzittende.
Handmatig verstelbare
stoelen
Voorwaarts-achterwaarts
► Beweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
► Laat de stang los om de stoel in de
betreffende positie te vergrendelen.
3
47