Veiligheid
► Leid de riem van het kinderzitje achter
de rugleuning van het zitje, tussen de 2
bevestigingspunten van de hoofdsteun in.
► Maak de haak van de bovenste riem aan ring
B vast.
► Trek de bovenste riem strak.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de
linker zitplaats van de achterbank plaatst,
moet u eerst de middelste veiligheidsgordel
achter naar het midden van de auto
verplaatsen zodat deze gordel normaal
gebruikt kan blijven worden.
Een onjuist geïnstalleerd kinderzitje kan
de veiligheid van het kind in gevaar
brengen in geval van een ongeval.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in de
gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor meer
informatie over de bevestiging van
ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
Aanbevolen
ISOFIX-kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
100
"RÖMER Baby-Safe Plus met
ISOFIX-basis"
(lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een
ISOFIX-basis die aan de ogen (A) wordt
bevestigd.
Mag alleen op de stoel van de voorpassagier
of op de buitenste zitplaatsen van de
achterbank worden geplaatst.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto
rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met
een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op
de zitplaats van de auto bevestigd.
"RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de
rijrichting geplaatst.
Het wordt aan de ringen (A) en (B), en met de
bovenste riem, de TOP TETHER, bevestigd.
Mag alleen op de stoel van de voorpassagier
of op de buitenste zitplaatsen van de
achterbank worden geplaatst. De hoofdsteun
van de stoel moet worden verwijderd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de
stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de
rugleuning niet kunnen raken.