Inhoudsopgave
Advertenties
O.M.V. VICARIO S.p.a.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
15. TRAINING VAN HET PERSONEEL
15.0 INLEIDING
De training van het personeel voor de montage-, bedienings- en onderhoudswerkzaamheden moet door
de fabrikant verzorgd worden.
Deze training wordt gegeven met inachtneming van de UNI-ISO 9926/ en 9926/3 normen.
15.1 VEREISTEN VOOR DE OPERATOR
De kraan is een kostbare machine die werkt in de nabijheid van andere objekten die beschadigd kunnen
worden door een verkeerde besturing van het hefwerktuig. Daarom moet de kraandrijver een persoon zijn
van minstens 18 jaar oud en lichamelijk en geestelijk geschikt voor het werken met de kraan. Hij moet
voldoen aan de volgende eisen:
- Gehoor en gezichtsvemogen moeten klinisch voldoende zijn.
- Hij mag geen last hebben van duizelingen of motorische problemen.
- Hij mag zich niet schuldig maken aan druggebruik of alcolholmisbruik.
- Hij mag geen last hebben van flauwvallen bij lichamelijke of geestelijke
- Hij moet geestelijk evenwichtig zijn.
- Hij moet over verantwoordelijkheidsgevoel beschikken.
De kraandrijver moet in staat zijn om de instrukties en aanbevelingen uit alle dokumenten die bij de kraan
horen, te lezen en te begrijpen.
Ook de personen die de kraandrijver bij het gebruik van de machine moeten helpen (degene die de lasten
bevestigt, signalen geeft of kontroleert enz.) moeten voldoen aan de minimum eisen die hierboven vermeld
zijn en voldoende geÏnstrueerd zijn door de fabrikant of zijn vertegenwoordiger.
15.2 DOELSTELLINGEN VAN DE TRAINING
De doelstellingen van de training zijn:
a) de operator volledige theoretische en praktische kennis van de apparatuur verschaffen, zodat hij alle
handelingen voor installatie, testen, gebruik, onderhoud en demontage van de kraan veilig en bewust
uit kan voeren.
b)
de operator zo vertrouwd maken met de machine dat hij effektief in kan grijpen in noodsituaties.
c)
de operator vertrouwd maken met de handsignalen, de apparatuur en de technieken voor de
verplaatsing van de lasten zodat er veilig gewerkt kan worden
15.3 TRAININGSPROCEDURE
De tijdsduur en de inhoud van de training moeten voldoende zijn voor het bereiken van bovengestelde
doelen. Tenminste 75% van de trainingsperiode moet gewijd zijn aan het praktische aspekt.
15.4 THEORETISCH TRAININGSPROGRAMMA
Het theoretische trainingsprogramma moet de volgende onderdelen bevatten:
a)
gedrag, rol en verantwoordelijkheid van de operator
b)
technologie van het ophefapparaat: terminologie en kenmerken, werkingsprincipes van de
mechanismen (motoren, redukties, enz.), besturings- en veiligheidsinrichtingen,
installatie, etc.
c)
in- en buiten werking stelling
d)
gebruik van de machine en veiligheidsvoorwaarden: toegelaten
die inwerken op de machine tijdens en buiten het gebruik, stabiliteit van het apparaat, kontrole van
tegengewicht, invloed van de weerskondities, werkomgeving en de beperkingen hiervan (elektrische
leidingen,
afgravingen, mogelijke interferentie met andere apparaten of konstrukties), procedures
voor stilhouding, verboden of gevaarlijke handelingen, gebruiksbeperkingen, specifieke instrukties wat
betreft de plaats van installatie, interventieprocedures.
e)
bedieningscriteria: werking vanaf de grond m.b.v. kabel- of draadloze besturing,
de bewegingen en de kombinaties ervan, bepaling van de
rendiment van de mechanismen.
________________________________________________________________________________________________________________________________
Rev. 20-01-03 –
spanningen.
belastingdiagrammen,
juist gebruik van
afstanden, het verkrijgen van het beste
Handleiding: KRAAN: 168A
elektrische
krachten
Cap - Pag. 90
Advertenties
Inhoudsopgave
