HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES VAN DE MACHINE
6. Indicator gloeibougies/wachten met starten
Geeft aan dat de gloeibougies zijn ingescha-
keld. De gloeibougies worden automatisch
ingeschakeld met het ontstekingscircuit en
blijven ongeveer zeven seconden lang aan. Start de motor
pas nadat het lichtje is uitgegaan.
7. Indicator overbelasting platform (indien aan-
wezig)
Duidt op overbelasting van het platform.
8. Indicator uitgeschakelde rij- en stuurfunctie
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de uitschakelfunctie voor rijden
en sturen is geactiveerd.
3-12
Platformstation
(Zie Figuur 3-6.)
OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE MACHINE NIET GEBRUIKT WORDEN
ALS DE BEDIENINGSHENDELS OF TUIMELSCHAKELAARS DIE DE BEWEGING VAN HET
PLATFORM BESTUREN NIET NAAR DE STAND "UIT" OF "NEUTRAAL" TERUGGAAN
WANNEER ZE WORDEN LOSGELATEN.
1. Rijsnelheid/koppelkeuzeschake-
laar
De machine heeft een schakelaar
met twee standen – De voor-
waartse stand geeft maximale rij-
snelheid. De achterwaartse stand
geeft maximaal koppel voor ruw
terrein en het opgaan van hellingen.
– JLG Hoogwerker –
WAARSCHUWING
3123517