4.4.1
MAN. - Handmatig programma
Nadat u het handmatige programma uitgekozen en met ENTER bevestigd heeft, kunt u met het
draaiwiel achtereenvolgend de waarden voor belastingsniveau (1-16), tijd, afstand, calorieën en
polsslag ingeven. Indien u voor tijd, afstand en calorieën een doelwaarde ingeeft, eindigt de training
automatisch wanneer één van deze doelwaarden bereikt werd. Indien u enkel naar één van deze
waarden wilt trainen, hoeft u enkel de gestreefde doelwaarde ingeven, alle andere waarden hoeft
u niet meer ingeven. Wanneer u een doelpolsslag ingeeft, hoort u een signaaltoon als u deze pols
overschreden heeft. De signaaltoon verstomt pas dan opnieuw, wanneer uw pols niet langer hoger is
dan de streefpols. Druk na elke input op de ENTER-toets ter bevestiging. Nadat u alle waarden (of de
uitgekozen waarde) ingegeven heeft, drukt u op de START/STOP-toets om de training te starten. Het
weerstandsniveau kan tijdens de training aangepast worden. Zodra u de RESET-knop langer gedrukt
houdt, keert de console terug naar het programmamenu.
Werkwijze voor de instelling van het handmatige programma:
Programma-modus
instellen
Links of
Enter
rechts
drukken
draaien
4.4.2
PROG - Ingestelde programma's
Kies met het draaiwiel één van de ingestelde trainingsprogramma's P1-P12 uit. Bevestig uw keuze
met de ENTER-toets. Geef nu de trainingsduur in en druk op ENTER ter bevestiging. Aansluitend kunt
u op de START/STOP-toets drukken om de training te starten. Het weerstandsniveau kan tijdens de
training aangepast worden. Na het trainingsbegin loopt de ingestelde tijd in omgekeerde richting.
Zodra de countdown nul bereikt, begint het beeldscherm te blinken en hoort u een signaaltoon.
Druk op een willekeurige toets om het signaal te beëindigen.
Weerstand instellen
Links of
Enter
rechts
drukken
draaien
Trainingsgegevens ingeven
Links of
Enter
rechts
drukken
draaien
Start/Stop
drukken
27