Draaien – Snelstart | Buitencontour nabewerken
10.7
Buitencontour nabewerken
In de vierde en laatste bewerkingsstap bewerkt u de buitencontour met de
nabewerkingsbeitel.
Vóór het nabewerken moet u de afkanting 1 x 45° en alle andere kanten
lichtjes afschuinen. Deze maatregel voorkomt de vorming van bramen.
Afbeelding 45: Voorbeeldwerkstuk – buitencontour nabewerken
HEIDENHAIN | ND 7000 | Bedieningshandleiding | 05/2018
Aan de draaimachine de nabewerkingsbeitel in de
gereedschapshouder plaatsen
In de statusbalk op Gereedschappen tikken
De dialoog Gereedschappen wordt getoond
Op Nabewerkingsbeitel tikken
Op Bevestigen tikken
De bijbehorende gereedschapsparameters worden
automatisch overgenomen door het apparaat
De dialoog Gereedschappen wordt gesloten
Aan de draaimachine het spiltoerental op 1500 1/min instellen
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 25,0 mm
Z: 16,0 mm
Met de nabewerkingsbeitel vlakdraaien
Het gereedschap naar een veilige positie terugtrekken
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 19,8 mm
Z: 17 ,0 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
Z: 12,5 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 20,015 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
Z: 1,5 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 19,5 mm
10
185