7
Minimumconfiguratie voor uitgangen en ingangen
Om de spil te gebruiken, moet u aan de spilas minstens een analoge uitgang
toewijzen. Een spilas kan ofwel via de M-functies M3/M4 ofwel handmatig gestart
dan wel stopgezet worden.
Als er geen M-functies M3/M4 beschikbaar zijn, kan de spil alleen handmatig
worden bediend. Hiertoe moet u de parameters van de digitale ingangen Spil-start
en Spil-stop configureren. Dat levert de volgende minimumconfiguratie voor de
uitgangen en ingangen op:
Aansturing van
de spilas
Handmatig
M-functies
M3/M4
Foutcompensatie uitvoeren
Mechanische invloeden, bijvoorbeeld geleidingsfouten, kanteling in de
eindposities, toleranties van het contactvlak of ongunstige montage (Abbe-fouten),
kunnen in meetfouten resulteren. Met de foutcompensatie kan het apparaat
systematische meetfouten al tijdens de bewerking van werkstukken automatisch
compenseren. Via de vergelijking van ingestelde- en werkelijke waarden kunnen
een of meerdere compensatiefactoren gedefinieerd worden.
Hiertoe dient een keuze te worden gemaakt uit de volgende methoden:
Lineaire foutcompensatie (LEC): de compensatiefactor wordt uit de ingestelde
lengte van een meetnormaal (ingestelde lengte) en de werkelijke verplaatsing
(werkelijke lengte) berekend. De compensatiefactor wordt lineair over het
gehele meetbereik toegepast.
Stapsgewijze lineaire foutcompensatie (SLEC): de as wordt met behulp van
maximaal 200 steunpunten in meerdere gedeeltes onderverdeeld. Voor elk
gedeelte wordt een eigen compensatiefactor gedefinieerd en toegepast.
Latere wijzigingen in de instellingen van het meetsysteem kunnen tot
meetfouten leiden
Wanneer de instellingen van het meetsysteem zoals meetsysteem-ingang, type
meetsysteem, signaalperiode of referentiemerken worden gewijzigd, zijn eerder
vastgestelde compensatiefactoren wellicht niet meer juist.
Wanneer de instellingen van het meetsysteem worden gewijzigd,
foutcompensatie opnieuw configureren
104
Analoge uitgang
toegewezen
toegewezen
AANWIJZING
Bij alle methoden moet de werkelijke foutcurve exact worden gemeten,
bijvoorbeeld met behulp van een vergelijkingsmeetsysteem of een
kalibratiestandaard.
De lineaire foutcompensatie en de stapsgewijze lineaire
foutcompensatie kunnen niet met elkaar worden gecombineerd.
Inbedrijfstelling | Afzonderlijke stappen voor de inbedrijfstelling
Ingangen
Spil-start
toegewezen
niet verbonden
HEIDENHAIN | ND 7000 | Bedieningshandleiding | 05/2018
Spil-stop
toegewezen
niet verbonden