e
Als u een bijbehorende naam wilt opgeven, gebruikt u hiervoor het toetsenblok.
f
Druk op
.
g
Aanvullende nummers opgeven:
1
Druk op
.
2
Herhaal de handeling stap c tot en met stap f.
Opmerking: u kunt maximaal 50 telefoonnummers opgeven.
h
Geen aanvullende nummers opgeven:
1
Druk herhaaldelijk op
2
Druk op
.
12
Alle faxen zonder nummerweergave blokkeren:
a
Druk herhaaldelijk op
b
Druk op
.
c
Druk herhaaldelijk op
d
Druk op
om de instelling op te slaan.
13
Een lijst met alle geblokkeerde faxen afdrukken:
a
Druk herhaaldelijk op
b
Druk op
om de lijst af te drukken.
Instellingen aanpassen met het Faxconfiguratieprogramma
U kunt de faxinstellingen aanpassen in het Faxconfiguratieprogramma. Deze instellingen zijn van toepassing op alle
faxen die u verzendt of ontvangt.
1
Dubbelklik in de Finder op de map Lexmark 6500 Series.
2
Dubbelklik op het pictogram 6500 Series Faxconfiguratieprogramma.
3
Selecteer de printer in het voorgrondmenu Apparaat in het dialoogvenster Faxconfiguratieprogramma.
Opmerking: Als u een netwerkprinter gebruikt om een fax te verzenden, wordt het MAC-adres van de printer
weergegeven in het voorgrondmenu Apparaat. Als dit niet het geval is, wordt alleen de printernaam
weergegeven.
of
tot Nee wordt weergegeven.
of
tot Zonder id blokkeren wordt weergegeven.
of
tot Aan wordt weergegeven.
of
tot Afdrukken wordt weergegeven.
Faxen
87