9
Druk herhaaldelijk op
10
Als u Fax doorsturen wilt uitschakelen, drukt u herhaaldelijk op
11
Druk op
om de instelling op te slaan.
Faxen kunnen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer de geselecteerde modus
Selecteer de modus Faxen om de printer in te stellen voor faxen.
Controleer hoe het document is geplaatst
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
Controleer de instelling voor het kiesvoorvoegsel
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Druk op
.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op
.
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op
.
9
Druk nogmaals op
10
Druk herhaaldelijk op
11
Geef met het toetsenblok het nieuwe kiesvoorvoegsel op dat voorafgaand aan elke telefoonnummer moet
worden gekozen.
12
Druk op
om de instelling op te slaan en het menu te sluiten.
Controleer het snelkeuzenummer
•
Controleer of de snelkeuzeknop is geprogrammeerd voor het gewenste telefoonnummer. Zie "Snelkeuze
instellen met de computer" op pagina 80.
•
U kunt eventueel het nummer handmatig kiezen.
Controleer of met de printer een kiestoon wordt vastgesteld
•
Zie "Fax verzenden terwijl u een gesprek voert (Kiezen hoorn op haak)" op pagina 77.
•
Controleer de instelling voor Belmethode.
1
Luister of u een kiestoon hoort. Als u wel een kiestoon hoort, maar de printer de verbinding verbreekt zonder
het nummer te kiezen, is de kiestoon niet herkend.
2
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
of
om de huidige instelling voor Fax doorsturen weer te geven.
of
tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
of
tot Bellen en verzenden verschijnt.
of
tot Voorv. kzn wordt weergegeven.
om de instelling te wijzigen.
tot alle cijfers zijn verwijderd.
Problemen oplossen
of
tot Uit wordt weergegeven.
188