9
Druk herhaaldelijk op
10
Druk op
om de instelling op te slaan.
11
Controleer of het lampje Fax aut beantw. van de printer brandt.
Als het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld is bereikt, wordt de fax automatisch ontvangen door de printer.
Faxinformatie aanpassen
Koptekst van een fax instellen met het bedieningspaneel
Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd uw naam, het faxnummer, de datum en de tijd op te geven.
Deze informatie wordt gebruikt voor de koptekst van de faxen die u verzendt.
Ga als volgt te werk als u deze informatie nog niet hebt opgegeven:
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Druk op
.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op
.
Opmerking: Voor Australië: ga verder met stap stap 11. De laatste 20 cijfers van uw faxnummer zijn uw faxnaam
of stations-id.
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op
.
9
Geef uw naam op met het toetsenblok.
Opmerking: u kunt maximaal 24 tekens opgeven.
10
Druk op
om de instelling op te slaan.
11
Druk herhaaldelijk op
12
Druk op
.
13
Geef het faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerking: U kunt maximaal 64 cijfers opgeven en/of de symbolen * of #.
14
Druk op
om de instelling op te slaan.
15
Druk op Instellingen.
16
Druk op
.
17
Druk herhaaldelijk op
18
Druk op
.
19
Druk herhaaldelijk op
of
tot de gewenste instelling verschijnt.
of
tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
of
tot Bellen en verzenden verschijnt.
of
tot Naam op fax verschijnt.
of
tot Faxnummer verschijnt.
of
tot App.instlng wordt weergegeven.
of
tot Datum/tijd verschijnt.
Faxen
83