Aanvullende waarschuwingen
Elektromagnetische interferentie
WAARSCHUWING:
transiënte/burstontladingen van de netvoeding kunnen tijdelijke
storingen veroorzaken van de metingen. Dit kan onjuiste
meetwaarden tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING: de apparatuur produceert elektro
magnetische velden. Dit kan o.a. storing veroorzaken bij andere
medische apparatuur of radiocommunicatie.
WAARSCHUWING: de SDM mag niet direct naast
op boven op andere apparaten worden geplaatst. Dit kan
elektromagnetische interferentie veroorzaken, wat kan leiden
tot onjuiste metingen. Als het noodzakelijk is de SDM direct
naast of boven op een ander apparaat te plaatsen, dient te
worden gecontroleerd of de SDM correct werkt in de configuratie
waarin u het apparaat wilt gebruiken.
elektrostatische
ontlading
Interferentie afkomstig van interventieapparatuur
WAARSCHUWING: de SDM is beschermd tegen
elektrostatische
van parameters kan tijdelijk worden gehinderd tijdens
en
elektrostatische ontlading/defibrillatie, maar wordt daarna snel
hersteld. Tijdens elektrochirurgie moeten de SDM, sensor en
kabel fysiek worden gescheiden van de elektrochirurgische
apparatuur. De sensor mag niet tussen de snij- en tegenelektrode
worden geplaatst.
Radioapparatuur
WAARSCHUWING:
apparatuur (inclusief randapparatuur zoals antennekabels
en externe antennes) mogen niet worden gebruikt binnen in
een afstand van 30 cm (12 inches) vanaf enig onderdeel van
de SDM. Dit geldt ook voor door de fabrikant gespecificeerde
kabels. Draadloze mobiele apparaten moeten op een afstand
van minstens 1 m (39,4 inch) van de SDMS worden gehouden.
Indien hiervan wordt afgeweken, kunnen de prestaties van dit
apparaat achteruitgaan of, in het ergste geval, de meetwaarden
onjuist zijn.
ontlading/defibrillatorontlading.
draagbare
RF-communicatie-
Weergave