Patiëntmonitoring
'Sensor-op-patiënt'-detectie
Nadat de sensor correct op de patiënt is aangebracht (zie
hierboven), detecteert de SDM meestal automatisch dat de sensor
op de patiënt was aangebracht en start de monitoring voor de
geactiveerde parameters. Is de sensor aangebracht op een plaats
die voor SpO
/PR-monitoring is goedgekeurd (pag. 32), wordt
2
'Sensor-op-patiënt' meestal binnen enkele seconden gedetecteerd,
anders binnen minder dan 2 minuten.
Wanneer een goed patiëntsignaal moeilijk kan worden verkregen,
is het mogelijk dat de SDM de 'Sensor-op-patiënt' niet automatisch
detecteert. Als in dat geval PCO
functie 'Start Monitoring' in het 'Snelle toegangsmenu' (pag. 55)
gebruiken om de 'Geforceerde sensor-op-patiënt-modus' te
activeren en de normale 'Sensor-op-patiënt' detectie te omzeilen.
Om de SDM weer in de 'Normale sensor-op-patiënt-modus' te
zetten, hoeft u alleen de sensor in het docking station te steken.
Opmerking: als de 'Geforceerde sensor-op-patiënt-modus' actief
is, is de detectie 'Sensor afgevallen' van de SDM uitgeschakeld,
d.w.z. dat in dit geval geen alarm 'Sensor afgevallen (8 )' wordt
geactiveerd. In plaats daarvan wordt binnen twee minuten een
alarm 'Controleer sensor fixatie' geactiveerd als de sensor is
losgeraakt of met opzet van de patiënt is verwijderd. A;s SpO
is geactiveerd, zullen de algoritmen van de SDM de PCO
meetwaarden meestal markeren als instabiel (grijs weergegeven)
en de SpO
- en PR-meetwaarden als ongeldig (betreffende waarden
2
vervangen door '---') binnen 15 seconden en binnen 30 seconden
zal het alarm 'SpO
signaal kwaliteit' met lage prioriteit klinken.
2
is ingeschakeld, moet u wellicht de
2
- en PO
2
Nadat 'Sensor-op-patiënt' is gedetecteerd, start de SDM met de
monitoring en stabiliseren de geactiveerde parameters zich. SpO
en PR stabiliseren zich meestal binnen enkele seconden, terwijl
PCO
meestal stijgt en PO
2
10 minuten stabiliseren (zie hieronder).
TC-stabilisatie na sensorbevestiging of 'TC-artefacten'
Mits er sprake is van een goed, hermetisch gesloten contact tussen
de TC-sensor en de huid, stabiliseren de TC-waarden zich meestal
binnen 2 tot 10 minuten nadat de sensor is bevestigd, d.w.z. de
tijd die nodig is om de meetplaats op te warmen en een evenwicht
te bereiken tussen de gasconcentraties in het huidweefsel en de
gasconcentraties op het sensoroppervlak.
Goed om te weten!
Indien INITIËLE VERWARMING is INGESCHAKELD (uitsluitend
beschikbaar in de modus Volwassene), wordt de sensortempera-
tuur gedurende ca. 13 minuten nadat de sensor is aangebracht,
verhoogd, voor een snellere perfusie en resultaten (+2 °C met
een maximum van 44,5 °C).
Opmerking: voor het gebruik van INITIËLE VERWARMING is
toestemming van de instelling vereist.
Na stabilisatie kunnen de TC-meetwaarden worden verstoord
/PR
door zogenaamde 'TC-artefacten' . Omgevingslucht die tussen het
2
-
sensoroppervlak en de huid doordringt – de meest voorkomende
2
oorzaak van 'TC-artefacten' – zorgen meestal voor een zeer snelle
daling van PCO
en zeer snelle stijging van PO
2
Als het binnendringen van de omgevingslucht slechts kort duurt, zullen
de TC-meetwaarden zich meestal binnen enkele minuten stabiliseren.
meestal daalt en zich binnen 2 tot
2
.
2
2