Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pulsoxymetrie; Werkingsprincipes Van Pulsoxymetrie - Sentec Digital Monitoring System Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

• Bij patiënten met functionele shunts moeten de bevestigingsplaats
van de sensor en de arteriële bemonsteringsplaats zich aan
dezelfde kant van de shunt bevinden.
• Als de menuparameter 'Severinghaus Correction Mode' is ingesteld
op 'Auto' , worden de door de SDM gemeten PCO
automatisch gecorrigeerd tot 37 °C (ongeacht de kerntemperatuur
van de patiënt). Bij het uitvoeren van de ABG-analyse dient de
correcte kerntemperatuur van de patiënt in de bloedgasanalysator
te worden ingevoerd. Gebruik de '37 °C-PaCO
bloedgasanalysator voor de vergelijking met de PCO
de SDM.
• Controleer of de bloedgasanalysator goed werkt. Vergelijk de
barometrische druk van de bloedgasanalyzer regelmatig met die
van een bekende, gekalibreerde referentiebarometer.

Pulsoxymetrie

Werkingsprincipes van pulsoxymetrie

De SDMS gebruikt pulsoxymetrie om de functionele zuurstofverza-
diging (SpO
) en pulsfrequentie (PR) te meten. Pulsoxymetrie is ge-
2
baseerd op twee principes: ten eerste verschillen oxyhemoglobine
en deoxyhemoglobine wat betreft de absorptie van rood en infra-
rood licht (spectrofotometrie) en ten tweede verandert het volume
van het arteriële bloed in weefsel (en daarom de lichtabsorptie door
dat bloed) tijdens de puls (plethysmografie).
Pulsoxymetriesensoren sturen rood en infrarood licht door
een pulserend arteriovasculair bed en meten veranderingen
in lichtabsorptie tijdens de pulsatiecylcus. Rood en infrarood
laagspanning-LED's (lichtgevende diodes) dienen als lichtbronnen
en een fotodiode dient als fotodetector. De software van een
-waarden
2
'-waarde van de
2
-waarde van
2
Pagina 17
Het SenTec Digital Monitoring System (SDMS)
.
pulsoxymeter gebruikt de verhouding tussen geabsorbeerd rood en
infrarood licht om de SpO
te berekenen.
2
Pulsoxymeters gebruiken de pulsatiele eigenschap van de arteriële
bloedstroom om onderscheid te maken tussen de zuurstofverzadiging
van hemoglobine in arterieel bloed en die in veneus bloed of
weefsel. Tijdens de systole stroomt een nieuwe puls arterieel
bloed door het vaatbed: bloedvolume en lichtabsorptie nemen toe.
Tijdens de diastole nemen het bloedvolume en de lichtabsorptie
af. Omdat pulsoxymetrie zich op de pulsatiele lichtsignalen richt,
worden effecten van niet-pulsatiele absorberende elementen zoals
weefsel, botten en veneus bloed verwijderd.
Opmerking: de SDMS meet en geeft de functionele zuurstofver-
zadiging weer: de hoeveelheid oxyhemoglobine uitgedrukt als een
percentage van de hemoglobine die beschikbaar is om zuurstof te
transporteren. De SDMS meet niet de fractionele verzadiging: de
hoeveelheid oxyhemoglobine uitgedrukt als een percentage van
alle hemoglobine, inclusief disfunctionele hemoglobine zoals car-
boxyhemoglobine of methemoglobine.
Goed om te weten!
Met technieken voor de meting van zuurstofverzadiging –
inclusief pulsoxymetrie – kan geen hyperoxemie worden
vastgesteld.
Vanwege de S-vorm van de zuurstofdissociatiecurve (ODC)
kan met SpO
alleen hypoventilatie niet op betrouwbare wijze
2
worden gedetecteerd bij patiënten die extra zuurstof krijgen
toegediend.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave