Na aanbrenging van de sensor of het optreden van een 'TC-
artefact' verschijnt het bericht 'PCO
TC-parameters zich stabiliseren, of 'PCO
stabilisatie' verschijnt als slechts één TC-parameter zich stabiliseert.
Om aan te geven dat de TC-meetwaarden tijdens de stabilisatie
niet overeenkomen met de echte PCO
de patiënt, geeft de SDM de PCO
weer en verhindert alarmen voor overschrijding van PCO
PO
-grenswaarden tijdens de stabilisatie. Wanneer bovendien niet
2
binnen 10 minuten een stabilisatie voor een of beide TC-parameters
kan worden bereikt, activeert de SDM het alarm met lage prioriteit
'Controleer sensor fixatie' om aan te geven dat moet worden
gecontroleerd of de sensor goed is aangebracht.
Goed om te weten!
Om het aantal 'TC-artefacten' te verminderen, is een goed, her-
metisch gesloten contact tussen de sensor en de huid essenti-
eel. Zorg dat u een kleine druppel contactvloeistof gebruikt bij
het aanbrengen van de sensor. Controleer na het aanbrengen
van de sensor altijd of een goed contact tussen de sensor en de
huid bestaat. Fixeer de sensorkabel zorgvuldig en controleer de
sensorbevestiging regelmatig tijdens het monitoren.
/PO
stabilisatie' als beide
2
2
stabilisatie' resp. 'PO
2
- en/of PO
-waarden van
2
2
- en/of PO
-meetwaarden grijs
2
2
- en/of
2
28-5-2020 11:03:31
Pagina 43
Patiëntmonitoring met de SDMS
.
Opmerking: overmatige beweging kan 'TC-artefacten' veroorza-
ken. Probeer in dat geval de patiënt stil te houden of breng de
sensor aan op een andere plaats met minder beweging.
2
Vooraf ingestelde meetschermen
De numerieke waarden en online trends van de SDM zorgen voor
continue monitoring van de actieve parameters. Afhankelijk van
het sensortype, het geselecteerde patiënttype en de geactiveerde
parameters zijn verschillende sets vooraf ingestelde meetschermen
beschikbaar (numeriek, numeriek met online trends, numeriek
met online trend en ∆x-/baseline-waarden (pag. 44), als SpO
PR is ingeschakeld, allemaal met een veegbalk Plethysmografische
golfvorm of een echobalk die de relatieve pulsamplitude
weerspiegelt). Gebruik de Displayknop (pag. 55) om tussen de
beschikbare meetweergaven te wisselen.
Kwaliteitsindicatoren voor meetparameters
De SDM evalueert continu de kwaliteit van de gemeten parameters
en de daaruit afgeleide ∆x-waarden en baseline-waarden door
beoordeling van de ernst van de condities die de SDM detecteert.
De resultaten van deze evaluatie worden gebruikt voor de
/
2