STROOMONDERBREKERS
De resetbare stroomonderbrekers bevinden zich
aan de rechterzijde onder de motorkap, in de
rijrichting.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWING: Voordat u de
machine verlaat of er onderhoud aan pleegt,
parkeert u de machine op een vlakke
ondergrond, schakelt u de parkeerrem in, zet
u de motor uit en neemt u de sleutel uit het
contact.
B
C
D
A. Voorwaartse beweging
B. CB1 Vacuümventilator
C. CB2 Hoofdborstel
D. CB3 Zijborstel
E. CB4 Claxon, zoemer,
waarschuwingssignaal
F. CB5 Tractie
G. CB7 Accucontrole/relais
Om een stroomonderbreker te resetten, drukt u
het zwarte deel van de stroomonderbreker terug
in de ingedrukte positie. Zorg ervoor dat een
gekwalificeerd persoon de reden van de
onderbreking vindt en verhelpt.
16
A
E
F
G
STUURINRICHTING
De overbrenging van de stuurbeweging naar het
voorwiel wordt geregeld via een ketting en twee
kettingwielen. Smeer de kettingwielen regelmatig.
Zie het onderhoudsschema.
S12 331368 (9−05)