Het laadproces duurt ongeveer 10 uur wanneer de
accu's volledig leeg zijn (bij gebruik van de
originele lader die door de fabrikant is geleverd).
De originele lader van de fabrikant kan/moet
aangesloten blijven nadat het laden is voltooid
omdat deze lader is voorzien van een
laadbesparing waarmee de hoogste
accuprestaties kunnen worden geleverd, zelfs
nadat de machine langdurig niet is gebruikt.
Gebruik de veegmachine alleen indien er
voldoende voltage over is in de accu's. De
machine schakelt zichzelf automatisch uit als de
acculading is gedaald tot een niveau waarop
beschadiging van de machine kan ontstaan
(bescherming tegen onvoldoende lading).
Doe in dit geval het volgende: Schakel alle
functies uit en laat de machine ongeveer twee
minuten staan. Schakel de machine weer in en rijd
naar de oplader (zonder te vegen). Laad de
accu's onmiddellijk op, om mogelijke schade te
voorkomen.
REM
De rem (trommelrem) wordt toegepast op het
voorwiel en wordt bediend via de remkabel en het
rempedaal.
De remafstelling bevindt zich aan de rechterzijde
van het voorwiel, in de rijrichting.
DE REM AFSTELLEN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWING: Voordat u de
machine verlaat of er onderhoud aan pleegt,
parkeert u de machine op een vlakke
ondergrond, schakelt u de parkeerrem in, zet
u de motor uit en neemt u de sleutel uit het
contact.
1. Houd de afstelmoer van de kabel op zijn
plaats met een moersleutel.
2. Draai de achterste afstelmoer los.
3. Druk de remhendel omhoog totdat de
remhendel maximaal is geactiveerd.
4. Houd de remhendel in deze positie.
5. Draai de achterste afstelmoer vast.
S12 331368 (9−05)
6. Voer nu een remtest uit.
B
C
D
E
F
A. Draadgeleider
B. Remleiding
C. Afstelmoer
D. Achterste moer
E. Remkabel
F. Remkabelvergrendeling
G. Remhendel
REMCONTROLE
VRIJE BEWEGING VAN HET VOORWIEL
Wanneer de rem is gedeactiveerd, moet het
mogelijk zijn de veegmachine voor− of achteruit te
duwen. Het voorwiel moet niet vergrendeld zijn.
Wanneer de remmen te strak zijn afgesteld, kan
de remtrommel beschadigd raken.
CORRECTE BEDIENING VAN DE REM
Rijd voorzichtig enkele meters op matige snelheid.
Trap het rempedaal in. De veegmachine moet nu
stoppen. Als de remtest geen bevredigend
resultaat oplevert, moet de afstelprocedure
opnieuw worden uitgevoerd.
OVERIGE AFSTELMOGELIJKHEDEN
De kabel kan op bovenstaande manier niet
strakker worden afgesteld.
1. Maak de kabelvergrendeling los.
2. Zet de remhendel omhoog totdat deze
maximaal is geactiveerd.
3. Houd de remhendel in de stand "omhoog".
4. Trek de remkabel omlaag en druk de
remhendel omhoog.
5. Maak de kabelvergrendeling vast.
6. Voer de remcontrole nogmaals uit.
A
G
15