Reinigen en technisch
12
onderhoud
Regelmatige reiniging en technisch onderhoud
waarborgen een storingsvrij gebruik en een lange
levensduur van de warmtepompinstallatie.
Reinigen
n
Houd de binnen- en de buitenmodule vrij van
vuil, begroeiing en andere afzettingen.
n
Reinig het apparaat met een vochtige doek.
Gebruik geen scherpe, schurende op oplos-
middelen bevattende reinigingsproducten. Ook
het gebruik van een sterke waterstraal dient te
worden vermeden.
n
Tenminste eenmaal jaarlijks dienen de
lamellen van de buitenmodule te worden gerei-
nigd.
Technisch onderhoud
n
Voor de wettelijk voorgeschreven er dicht-
heidscontrole en lektest dient er een onder-
houdscontract met jaarlijks onderhoudsinterval
te worden afgesloten met een hierop gespecia-
liseerde firma.
AANWIJZING!
Aangezien de hoeveelheid koelvloeistof in het
apparaat meer is dan 3kg, dient er een jaar-
lijkse dichtheidscontrole van de koudekringloop
door een gespecialiseerd bedrijf te worden uit-
gevoerd. In principe moet elke verwarmingsin-
stallatie eens per jaar worden onderhouden.
Wij adviseren daarom een onderhoudscontract
af te sluiten waarbij ook een lektest wordt uit-
gevoerd.
Tijdelijke buitenbedrijf-
13
stelling
Indien de verwarmingsinstallatie gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt (bij. door
vakantie), mag deze toch niet geheel worden uit-
geschakeld!
n
Gedurende de tijdelijke buitenbedrijfstelling
moet de installatie in de modus „Start-
klaar" worden gezet.
n
Voor de duur van de afwezigheid kunnen ver-
warmingstijden worden ingeprogrammeerd.
n
Als de buitenbedrijfstelling weer beëindigd
wordt, moet de vorige bedrijfsmodus weer
worden hersteld.
n
Het wijzigen van de bedrijfsmodus wordt in het
warmtepompmanager-handboek in het betref-
fende hoofdstuk beschreven.
AANWIJZING!
In de bedrijfsmodus „Startklaar" staat de warm-
tepomp standby. Alleen de antivriesfunctie van
de hele installatie wordt geactiveerd.
71