REMKO CMF / CMT
De stille koeling berust op de opname van
warmte via gekoelde vloeren, wanden of plafonds.
Door buizen met stromend water door de muren te
leggen, worden deze delen van het gebouw effec-
tieve thermische warmtewisselaars. De tempera-
tuur van het koelmiddel moet hierbij boven het
dauwpunt liggen, om condensvorming te ver-
mijden. Hiervoor is een dauwpuntbewaking nodig.
Wij adviseren een dynamische koeling met ventila-
torconvectoren, voor meer koeling en ontvochti-
ging van de ruimte op zwoele zomerdagen. Boven-
dien is er dan geen dauwpuntbewaking nodig.
onbehaaglijk
droog
10
12
Afb. 19: Comfort-zone
24
behaaglijk
14
16
18
In de afbeelding is goed te zien, binnen welk
gebied de waarden liggen, die qua temperatuur en
vochtigheid prettig en behaaglijk zijn voor de
mens. Dit gebied dient bij het verwarmen of klimati-
seren van gebouwen te worden bereikt.
nog behaaglijk
20
22
24
luchttemperatuur in °C
onbehaaglijk
vochtig
26
28
30