De banden oppompen
WAARSCHUWING: Gebruik de
bandenspanning die in het
informatiedisplay wordt weergegeven niet
als bandenspanningsmeter. Als u deze
instructie negeert, kan dat al dan niet
dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
Wanneer u de banden oppompt
(bijvoorbeeld bij een benzinepomp of in uw
garage), reageert het controlesysteem lage
bandenspanning mogelijk niet onmiddellijk
op de lucht die in de banden is gepompt.
Nadat u de banden hebt opgepompt tot de
aanbevolen bandenspanning, kan het
voorkomen dat het lampje pas uitgaat nadat
twee minuten sneller dan 32 km/h is gereden.
Invloed van temperatuur op de
bandenspanning
Het controlesysteem lage bandenspanning
meet de bandenspanning in elke band.
Wanneer u op een normale manier rijdt, kan
de bandenspanning van een gewone
autoband circa 0,14 0,28 bar toenemen
vanuit koude start. Als de auto 's nachts
stationair blijft en de buitentemperatuur
aanzienlijk lager is dan de temperatuur
overdag, kan de bandenspanning circa
Kuga Vignale (CTD) Vignale, Vehicles Built From: 22-06-2021 Vehicles Built Up To: 15-05-2022, CG3854nlNLD nlNLD, Edition date: 202104, First-Printing
Wielen en banden
0,21 bar afnemen bij een daling van de
omgevingstemperatuur van -1,1°C. Deze
lagere drukwaarde kan door het
controlesysteem lage bandenspanning als
aanzienlijk lager dan de aanbevolen
bandenspanning worden gedetecteerd,
waardoor het waarschuwingslampje voor
lage bandenspanning gaat branden. Als het
waarschuwingslampje voor lage
bandenspanning brandt, dient u elke band
visueel te controleren om zien of deze lek is.
Als één of meer banden lek zijn, repareert u
ze indien nodig. Controleer de luchtdruk in de
banden. Als een band onvoldoende is
opgepompt, rijdt u voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde locatie waar u de banden met
lucht kunt oppompen. Pomp alle banden op
tot de aanbevolen bandenspanning.
Procedure om het controlesysteem
lage bandenspanning te resetten
Overzicht
U moet de procedure om het systeem te
resetten uitvoeren telkens wanneer een band
is vervangen of de bandenspanning is
aangepast.
475
Om het laadvermogen van de auto te
behouden, is er wellicht een verschillende
bandenspanning nodig voor de voorwielen
dan voor de achterwielen. In dat geval brandt
de waarschuwingslamp van het systeem bij
verschillende bandenspanning voor de voor-
en achterwielen.
Als de banden verwisseld zijn, moet u het
systeem resetten om de posities van de
bandenspanningssensoren opnieuw in te
leren. Het systeem kan niet detecteren waar
de verschillende bandenspanningssensoren
zich bevinden en gaat ervan uit dat u de
bandenspanning correct hebt ingesteld.
De resetprocedure uitvoeren
1.
Zet het contact aan.
2. Ga naar het menu bandenspanning in het
informatiedisplay.
3. Houd de knop OK ingedrukt tot er een
bevestigingsbericht verschijnt. Als de auto
een resetknop voor het controlesysteem
lage bandenspanning heeft, houdt u de
knop ingedrukt tot een
bevestigingsbericht verschijnt.