Beheer motorkoelvloeistof-
temperatuur
(indien aanwezig)
WAARSCHUWING: Om het risico op
een botsing en verwondingen te beperken,
moet u erop bedacht zijn dat de rijsnelheid
kan afnemen en dat de auto wellicht niet
op vol vermogen kan accelereren totdat de
koelvloeistof is afgekoeld.
Als u een aanhanger trekt met uw voertuig,
kan de motor tijdelijk warmer worden tijdens
zwaar gebruik, bijvoorbeeld wanneer u een
lange of steile helling op rijdt bij hoge
omgevingstemperaturen.
Op dat moment kunt u merken dat de naald
van de koelvloeistoftemperatuurmeter naar
de rode zone beweegt en dat een bericht op
het informatiedisplay verschijnt.
Kuga Vignale (CTD) Vignale, Vehicles Built From: 22-06-2021 Vehicles Built Up To: 15-05-2022, CG3854nlNLD nlNLD, Edition date: 202104, First-Printing
Onderhoud
U kunt merken dat de rijsnelheid afneemt,
doordat het motorvermogen is beperkt om
de motorkoelvloeistoftemperatuur te
beheren. Uw auto kan deze modus starten
in bepaalde omstandigheden bij hoge
temperaturen en hoge belasting. De mate
van snelheidsverlaging is afhankelijk van de
voertuigbelasting, de helling en de
omgevingstemperatuur. Als dit gebeurt is
het niet nodig om uw auto tot stilstand te
brengen. U kunt blijven rijden.
Onder zeer zware omstandigheden wordt de
airconditioning mogelijk automatisch in- en
uitgeschakeld om oververhitting van de
motor te voorkomen. Wanneer de
koelvloeistoftemperatuur daalt naar de
normale bedrijfstemperatuur, wordt de
airconditioning ingeschakeld.
Ga als volgt te werk als de
koelvloeistoftemperatuurmeter volledig in
de rode zone staat of als de waarschuwing
voor koelvloeistoftemperatuur of de
motorstoringslamp verschijnt op het
informatiedisplay:
1.
Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig
kan. Schakel de parkeerrem volledig in en
schakel in de parkeerstand (P) of
neutraal (N).
448
2. Laat de motor draaien totdat de naald
van de koelvloeistoftemperatuurmeter
terugkeert naar de normale positie. Volg
de resterende stappen als de
temperatuur na enkele minuten niet
daalt.
3. Zet de motor uit en wacht tot de motor
is afgekoeld. Controleer het
koelvloeistofpeil.
4. Voeg onmiddellijk verdunde koelvloeistof
bij als het koelvloeistofpeil op of onder
de minimummarkering staat.
5. Als het koelvloeistofpeil normaal is, start
de motor dan opnieuw en rijd verder.
CONTROLE AUTOMATISCHE-
TRANSMISSIEVLOEISTOF
De automatische transmissie heeft geen
peilstok voor transmissievloeistof.
Laat een erkende dealer bij het juiste
onderhoudsinterval de transmissievloeistof
controleren en verversen. Uw transmissie
verbruikt geen vloeistof. Als de transmissie
echter doorslipt, traag schakelt of als u
tekenen van vloeistoflekkage opmerkt, moet
u contact opnemen met een erkende dealer.