GEBRUIK VAN
SNEEUWKETTINGEN
WAARSCHUWING: Als u
winterbanden op uw auto plaatst, moeten
deze dezelfde bandenmaat, constructie en
toegestane belasting hebben als de
originele banden die op het bandenlabel
staan, en moeten ze op de vier wielen
worden geplaatst. Een combinatie van
banden van een verschillende bandenmaat
of constructie op uw auto plaatsen kan een
negatief effect hebben op het rijgedrag en
het remmen van uw auto, en kan ertoe
leiden dat u de controle over uw auto
verliest.
Volg deze richtlijnen wanneer u winterbanden
en tractiesystemen gebruikt
•
Voorkom indien mogelijk dat uw auto
volledig wordt geladen.
•
Koop kettingen of kabels bij een fabrikant
die de beperkingen voor de afmetingen
van de carrosserie ten opzichte van de
band duidelijk vermeldt.
•
Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen of
kabels van 10 mm op de vooras met
bandenmaten 225/65R17 of 225/60R18.
Kuga Vignale (CTD) Vignale, Vehicles Built From: 22-06-2021 Vehicles Built Up To: 15-05-2022, CG3854nlNLD nlNLD, Edition date: 202104, First-Printing
Wielen en banden
•
Niet alle sneeuwkettingen of kabels van
de S-klasse voldoen aan deze
beperkingen. Kettingen van dit beperkte
formaat omvatten een spaninrichting.
•
De sneeuwkettingen of kabels moeten
per twee worden geplaatst, alleen op de
vooras.
•
Rijd niet met sneeuwkettingen of kabels
op banden van maat 225/55R19 of
245/45R20
•
Breng de kabels op een veilige manier aan
en controleer dat de kabels geen
bedrading, remleidingen of
brandstofleidingen raken.
•
Als u rijdt met kettingen op de banden,
mag u niet harder rijden dan 48 km/h of
dan de maximumsnelheid die wordt
aanbevolen door de kettingfabrikant - de
laagste snelheid is van toepassing.
•
Rijd voorzichtig. Als u hoort dat de kabels
tegen de auto schuren of botsen, stop
dan en maak ze opnieuw vast. Als dit niet
werkt, verwijder dan de kabels om schade
aan de auto te voorkomen.
•
Verwijder de kabels wanneer ze niet meer
nodig zijn. Rijd niet met kabels rond de
banden op een droog wegdek.
471
Neem contact op met uw erkende dealer als
u vragen hebt over sneeuwkettingen of
kabels.
CONTROLESYSTEEM LAGE
BANDENSPANNING
WAARSCHUWING: Het
controlesysteem lage bandenspanning
vormt geen vervanging voor de handmatige
controle van de bandenspanning. U moet
de bandenspanning regelmatig controleren
met een bandenspanningsmeter. Als de
juiste bandenspanningen niet worden
aangehouden, kan het risico op een
klapband, verlies van controle, kantelen
van de auto en verwondingen toenemen.
N.B.: Aangezien afdichtmiddel voor banden
schade aan de sensor van het controlesysteem
lage bandenspanning kan veroorzaken, mag
u dit alleen gebruiken in noodgevallen
onderweg.
N.B.: Als de sensor van het controlesysteem
lage bandenspanning beschadigd is, zal deze
wellicht niet meer werken.