2.
Als u langer papier wilt plaatsen, drukt u de
uitschuifhendel van de papierlade (1) in en schuift u de
hendel naar de gewenste stand. Druk op en verschuif de
papierlengtegeleider (2) tot deze het einde van de
papierstapel net raakt.
3.
Plaats de breedtegeleider door op de hendel te drukken
en deze naar de papierstapel te schuiven totdat deze net
de zijkant van de stapel raakt.
4.
Schuif de papierlade in het apparaat.
5.
Na het plaatsen van papier in de papierlade moet u
zorgen dat u het tabblad Papier in de printerdriver
selecteert, om het correcte papierformaat en het correcte
papiertype te specificeren. Wanneer u de
papiergegevens niet bevestigt, kunnen er vertragingen
bij het afdrukken optreden.
Gebruik van de gleuf voor de handmatige invoer
De gleuf voor de handmatige invoer bevindt zich aan de voorzijde van het apparaat. Wanneer deze
niet wordt gebruikt, kan hij worden gesloten om het apparaat compacter te maken. Gebruik de gleuf
van de handmatige invoer voor het bedrukken van transparanten, etiketten, enveloppen of
briefkaarten en voor het snel plaatsen van papiertypen en -formaten die zich momenteel niet in de
papierlade bevinden.
Als u de gleuf van de handmatige invoer voor speciale media gebruikt, moet de achterklep mogelijk
worden gebruikt voor de aflevering. Raadpleeg
Aanvaardbaar afdrukmateriaal is normaal papier van 76 mm x 127 mm tot 216 mm x 356 mm
(3,0 x 5,0 inch tot 8,5 x 14 inch Legal met een gewicht tussen 60 g/m²en 220 g/m² (16 lb en 58 lb).
Raadpleeg
Papierspecificaties
Afleveringslocaties papier
voor verdere specificaties.
Papier plaatsen
voor meer informatie.
®
®
Xerox
Phaser
3052/3260
Handleiding voor de gebruiker
55