Aangepaste installatie
Bij een aangepaste installatie kunt u kiezen welke afzonderlijke onderdelen u wilt laten installeren.
1.
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en is ingeschakeld.
2.
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een installatievenster. Als het installatievenster
niet verschijnt, selecteert u Start en vervolgens Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X"
vervangt door de letter van het station, en selecteer OK.
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start > Alle programma's > Bureau-accessoires >
Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe.
Opmerking:
Als in Windows Vista het venster Automatisch afspelen verschijnt, selecteert u
Setup.exe uitvoeren in het veld Installeren of Uitvoeren van het programma en selecteert u
vervolgens Doorgaan om het venster Gebruikersaccountbeheer.
3.
Selecteer Software installeren. Er verschijnt een venster met verschillende soorten
printeraansluitingen.
4.
Selecteer uw verbindingstype en selecteer Volgende. Het venster Te installeren software
selecteren wordt nu weergegeven.
5.
Selecteer Aangepast in het vervolgkeuzevak Installatietype.
6.
Selecteer de onderdelen die geïnstalleerd moeten worden en selecteer Volgende.
Opmerking:
Wanneer u een optie selecteert, verschijnt er een beschrijving van die optie onderaan
het scherm.
7.
Selecteer Geavanceerde opties als u een van de volgende handelingen wilt uitvoeren:
•
Wijzigen van de printernaam
•
Wijzigen van de standaardprinter
•
De printer delen met andere gebruikers op het netwerk
•
Wijzigen van het bestemmingspad waar de driverbestanden en bestanden voor de
Handleiding voor de gebruiker naartoe worden gekopieerd. Klik op Bladeren om het pad te
wijzigen.
8.
Selecteer OK om door te gaan en selecteer dan Volgende. Het venster voor het kopiëren van
bestanden verschijnt, gevolgd door het venster met bevestiging dat de software wordt
geïnstalleerd.
9.
Als de installatie is voltooid, wordt het venster Installatie voltooid weergegeven.
10. Selecteer Testpagina afdrukken en dan Voltooien.
Als uw printer is aangesloten op de computer, wordt er een Testpagina afgedrukt. Als de Proefafdruk is
gelukt, raadpleegt u het hoofdstuk
raadpleegt u het hoofdstuk
Afdrukken
in deze handleiding. Als het afdrukken is mislukt,
Problemen oplossen
in deze handleiding.
Windows-drivers
®
®
Xerox
Phaser
3052/3260
Handleiding voor de gebruiker
35