6.
Selecteer een van de volgende snelheden in het vervolgkeuzemenu Ethernet-snel.:
•
Onmiddellijk
•
10 Mbps (Half Duplex)
•
10 Mbps (Full Duplex)
•
100 Mbps (Half Duplex)
•
100 Mbps (Full Duplex)
7.
Selecteer Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
De wijziging in de Ethernet-snelheid wordt pas van kracht nadat het scherm Systeem opnieuw
starten is verschenen.
8.
Selecteer OK.
9.
Wanneer het Bevestigingsscherm wordt weergegeven, selecteert u OK.
10. Start het apparaat opnieuw op.
De hoogte aanpassen
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk. Deze druk wordt bepaald door de hoogte
van het apparaat ten opzichte van de zeespiegel. De volgende informatie biedt een richtlijn voor u over
waar u uw apparaat het beste kunt opstellen om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Voordat u de hoogte kunt instellen, moeten de Wi-Fi-instellingen worden geconfigureerd. Zie
Wireless
Setup.
Voordat u de hoogtewaarde instelt, bepaalt u eerst op welke hoogte u zich bevindt.
Hoogte
0 - 1.000 M
0 - 3.280 ft
1.000 - 2.000 M
3.280 - 6.561 ft
2.000 - 3.000 M
6.561 - 9.842 ft
3.000 - 4.000 M
9.842 - 13.123 ft
4.000 - 5.000 M
13.123 - 16.404 ft
1.
Voer het IP-adres van de printer in de browser in.
2.
Selecteer Aanmelden en voer het ID (admin) en de Toegangscode (1111) in.
3.
Selecteer Eigenschappen > Systeem > Instellingen.
Selecteer een Luchtdrukcorrectiewaarde op basis van uw hoogte in de bovenstaande tabel.
4.
5.
Selecteer Toepassen.
Waarde
Normaal
Hoog 1
Hoog 2
Hoog 3
Hoog 4
®
CentreWare
Internet Services
®
®
Xerox
Phaser
3052/3260
Handleiding voor de gebruiker
Easy
19