IP-filteren
4.
Voer het IPv6-adres in de vorm van een CIDR-conventie in. Het voorvoegsel duidt aan naar
hoeveel van de uiterst linkse bits moet worden verwezen.
Bijvoorbeeld:
2001:DB8:1234:215:215:99FF:FE04:D345 / 128 wordt gebruikt voor verwijzing naar een volledig
adres.
2001:DB8:1234:215:215:99FF:FE04:D345 / 64 wordt gebruikt voor verwijzing naar een
voorvoegseladres dat uitsluitend bestaat uit de meest linkse 64 bits.
2001:DB8:1234:215:215:99FF: / 80 wordt gebruikt voor verwijzing naar een voorvoegseladres dat
uitsluitend bestaat uit de meest linkse 80 bits.
5.
De mogelijkheid tot het filteren van een poort of meerdere poorten wordt tevens ondersteund.
Voer de poortinformatie in.
Klik op Toepassen om de wijzigingen te accepteren.
6.
7.
Selecteer OK wanneer het bevestigingsbericht verschijnt.
MAC-filteren inschakelen
1.
Selecteer MAC-filteren in de directorystructuur. De pagina MAC-filteren wordt weergegeven.
2.
Selecteer het selectievakje MAC-filtering Inschakelen.
3.
In het gedeelte MAC-adres dat moet worden uitgefilterd selecteert u Toevoegen.
4.
Voer het MAC-adres in dat u wilt wegfilteren.
5.
Selecteer Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
6.
Selecteer OK wanneer het bevestigingsbericht verschijnt.
®
®
98
Xerox
Phaser
Handleiding voor de gebruiker
3052/3260