Accu 's
Controleer de batterijen regelmatig op schade
Houd de batterijen droog en schoon. Maak ze
voorzichtig schoon met een zachte doek. De batterij
mag niet worden ondergedompeld in water of worden
gereinigd met een waterstraal.
Laad de batterijen altijd op een vlakke ondergrond op.
Het is het beste om de batterijen alleen op te laden
wanneer ze zijn geïnstalleerd .
De levensduur van de accu's kan worden verlengd als
ze goed worden onderhouden en vooral op de juiste
temperatuur worden opgeslagen. Met toenemende
veroudering zal de capaciteit van de batterijen echter
afnemen, zelfs met goede zorg.
Laad de batterijen op in de winter of voordat u ze
lange tijd niet gebruikt. Controleer regelmatig de
laadstatus . De batterijen moeten een batterijniveau
hebben van ongeveer 40 - 50%. Als er alleen een
rode LED brandt, laad dan de batterijen onmiddellijk
op.
TIP
In geval van langdurig niet-gebruik van de machine,
laad batterijen om de 2-3 weken op.
Als de batterijen lang leeg blijven, kunnen ze
beschadigd raken en kan de laadcapaciteit sterk
worden verminderd.
Bewaar de batterijen indien mogelijk op een droge,
goed geventileerde
plaats. Bescherm
vocht en water. Bij ongunstige weersomstandigheden
wordt aanbevolen om, voor . Bv, de batterijen uit de
machine te verwijderen en ze in gesloten ruimtes op
te slaan tot het volgende gebruik.
Voor een lange levensduur van de accu's, een opslag
op ca. 15 - 20 °C kamertemperatuur. Bewaar de
batterijen buiten direct zonlicht.
Als de batterijen niet meer werken,
contact op met een erkende vakhandelaar of het
LUMAG-serviceteam .
Gebruik geschikte beschermende handschoenen bij
het weggooien van defecte batterijen. Verwijder
defecte batterijen op een milieuvriendelijke manier via
de geautoriseerde
ONDERHOUD
Afhaalpunten. Afvoer via huishoudelijk afval is
verboden!
.
Laad de batterijen niet op en bewaar ze niet in
een vochtige omgeving of met een hoge
luchtvochtigheid.
Stel de batterijen, lader en machine nooit bloot aan
ongunstige
omgevingsomstandigheden
nattigheid,
te
ontstekingsbronnen of open vuur, stof, dampen,
oplosmiddelen).
12.2
OVERDRACHT
De transmissie-eenheid is al in de fabriek gevuld en
afgedicht met een smeermiddel,
absoluut onderhoudsvrij is.
12.3
MOTOR
De motor is voorzien van koolborstels.
Deze koolborstels moeten regelmatig worden gebruikt - alle
50 bedrijfsuren - controleer op slijtage en slijtage.
–
Vervang koolborstels alleen in geval van zware
slijtage.
Bij het
moeten de nieuwe borstels in dezelfde haakjes
worden geplaatst
–
Vervang koolborstels alleen in sets .
12.4
REINIGING
ze
tegen
Reinig de machine
werking te garanderen.
Verwijder vuil .
–
Verwijder grove onzuiverheden met een borstel.
Vuil mag nooit met een hamer worden. Let op de
accumulatoren, lader en motor.
–
Gebruik
geen
ontvlambare reinigingsmiddelen.
–
AANDACHT! Er mag geen directe waterstraal
worden
gericht op de controller, motor,
neem dan
batterijen en aansluitingen. Water kan worden
toegevoegd aan de
D
(bijv.
B
hoge
omgevingstemperatuur,
waardoor deze
vervangen van de borstels
.
regelmatig om een optimale
agressieve,
corrosieve
of
21