42 • vacon
6.1.4
Kabelinstallatie en de UL-standaarden
Om aan de UL-voorschriften (Underwriters Laboratories) te voldoen,dient een UL-goedgekeurde
koperen kabel met een minimumhittebestendigheid van +60/75
Gebruik alleen kabels van klasse 1.
Indien de frequentieregelaars zijn voorzien van T- en J-klasse zekeringen, zijn ze geschikt voor
gebruik in netwerken met een maximumvermogen van 600 V bij 100.000 A(rms, symmetrisch).
De geïntegreerde solid-state bescherming tegen kortsluiting biedt geen bescherming voor
aftakcircuits. Bescherming van aftakcircuits moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de
National Electric Code en de toepasselijke lokale richtlijnen. Gebruik alleen zekeringen voor
bescherming van aftakcircuits.
De aandraaimomenten van de klemmen staan aangegeven in Tabel 6-5.
6.1.5
Kabel- en motorisolatiemetingen
1. Meting van de motorkabelisolatie
Koppel de motorkabel los van de aansluitingen U, V en W van de frequentieregelaar en van de
motor. Meet de isolatieweerstand van de motorkabel tussen elke fase onderling en tussen fase
en aarde.
De isolatieweerstand moet >1M zijn.
2. Meting van de netvoedingskabelisolatie
Koppel de voedingskabels los van de aansluitingen L1, L2 en L3 van de frequentieregelaar en van
de voeding. Meet de isolatieweerstand van de voedingskabel tussen elke fase onderling en
tussen fase en aarde.
De isolatieweerstand moet >1M zijn.
3. Meting van de motorisolatie
Koppel de motorkabel los van de motor en open de verbinding tussen de klemmen in de
aansluitkast. Meet de isolatieweerstand van elke motorwikkeling. De meetspanning moet
minstens even groot zijn als de nominale motorspanning maar mag niet hoger zijn dan 1000 V.
De isolatieweerstand moet >1M zijn.
6
BEKABELING EN AANSLUITINGEN
C toegepast te worden.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
Earth terminal