> Vul hier uw externe telefoonnummers in (zonder kengetal).
Stap 4b: Oproeptoewijzing
In de oproeptoewijzing kunnen de bij de externe nummers behorende interne toestelnummers en/of
groepen worden geprogrammeerd. In de wizard kunt u alleen de eerste 10 signaleringen
programmeren. De resterende signaleringen kunnen later via het hoofdmenu (link: Oproeptoewijzing)
worden toegevoegd.
> U kunt hier per signalering (Dagsignalering + Nachtsignalering + ...) de toestelnummers
programmeren. De specifieke signalering staat rechtsboven in de tabel weergegeven.
Stap 5: Wilt u de afhandeling van uitgaande gesprekken programmeren?
In dit nummer kunt u twee faciliteiten programmeren die van belang zijn bij het maken van een
telefoongesprek. Allereerst kunt u kiezen welk nummer (CLIP) er wordt meegestuurd met een
uitgaand gesprek vanaf een specifiek toestel. Zo kan de afdeling administratie bij uitgaande
gesprekken, het nummer van de administratie meesturen. Daarnaast kunt u de zogenaamde
buitenlijnbevoegdheid per toestel instellen. Een buitenlijnbevoegdheid bepaalt de toegang vanaf het
toestel. In het onderstaande voorbeeld mag het toestel uit het magazijn alleen intern bellen. Vanuit het
magazijn mag dus niet 'naar buiten' (extern) worden gebeld.
Voorbeeld: Toestel 11 (bediening) stuurt het hoofdnummer (hfd. nr.) van de ISDN lijn mee.
Daarnaast is de buitenlijnbevoegdheid van toestel 11 "onbeperkt". Dit betekent dat er geen
restricties gelden en er dus onbeperkte toegang is.
Stap 5a: Point to Point of Point to Multipoint
Bij deze stap moet u het type ISDN lijn configureren. Dit kan of een Point to Multipoint lijn zijn of een
Point to Point. U kunt dit controleren met behulp van uw documentatie die u bij uw ISDN aansluiting
heeft gekregen. T1 staat verder voor de eerste ISDN lijn (onderste poort) en T2 staat voor de tweede
ISDN lijn.
24