Verhelpen van storingen
Motor start niet ..................................................
Waarschuwingslampjes branden of
knipperen ...........................................................
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL)................................
Indicator Honda SMART Key.............................
Andere waarschuwingsaanduidingen ...........
Storingsaanduiding brandstofniveaumeter ...
Stop‐/startsysteem werkt niet goed .............
De stop-/startindicator gaat niet branden ....
Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem
als indicator brandt ...........................................
Motor start niet, zelfs niet door openen
gashendel ............................................................
BLZ. 91
Als het Honda SMART Key‐systeem niet goed
werkt ...................................................................
BLZ. 92
Zadel ontgrendelen in een noodgeval .......
Contactschakelaar ontgrendelen in een
BLZ. 92
noodgeval........................................................
BLZ. 93
Lekke band ........................................................
BLZ. 94
Elektrische problemen ....................................
BLZ. 94
De accu loopt leeg............................................
BLZ. 95
Doorgebrande lamp .........................................
BLZ. 95
Doorgebrande zekering ..................................
Motor draait sporadisch instabiel................
BLZ. 96
BLZ. 97
BLZ. 98
BLZ. 100
BLZ. 102
BLZ. 105
BLZ. 106
BLZ. 106
BLZ. 106
BLZ. 114
BLZ. 115