Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
#
Natte of regenachtige omstandigheden
Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en
natte remmen zorgen voor een verminderde
remwerking.
Wees bijzonder voorzichtig bij het remmen onder
natte omstandigheden.
Als de remmen nat worden, rem dan tijdens het
rijden op lage snelheid om ze te laten drogen.
Parkeren
Parkeer op een stevige, horizontale
●
ondergrond.
Als u op een helling of onverhard terrein moet
●
parkeren, parkeer het voertuig dan zodanig dat
dit niet kan wegrollen of omvallen.
Zorg ervoor dat hete onderdelen niet in
●
contact kunnen komen met ontvlambare
materialen.
Raak de motor, geluiddemper, remmen en
●
andere hete onderdelen niet aan voordat ze
zijn afgekoeld.
12
●
Type TU
Vergrendel altijd het stuur, verwijder de sleutel
en sluit de afdekking als u het voertuig
onbewaakt achterlaat om de kans op diefstal te
verminderen.
Het gebruik van een antidiefstalvoorziening
wordt ook aanbevolen.
Behalve type TU
Om de kans op diefstal te verkleinen, moet u
altijd het stuur en de contactschakelaar
vergrendelen (
BLZ. 37) en de Honda SMART
2
Key meenemen als u uw voertuig achterlaat.
Deactiveer het Honda SMART Key-systeem
indien nodig.
BLZ. 32
2
Het gebruik van een antidiefstalvoorziening
wordt ook aanbevolen.