Indicatoren
Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer
controleren op problemen.
Indicator grootlicht
Honda SMART Key-indicator
Behalve type TU
Gaat branden wanneer de verificatie van het voertuig en Honda SMART
Key is voltooid en de contactschakelaar kan worden gebruikt. Gaat uit als
de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet.
Als de Honda SMART Key-indicator knippert:
24
Richtingaanwijzer
PGM-FI-storingslampje (elektronisch
geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
Gaat kort branden als de contactschakelaar in
de stand (On) wordt gezet.
Als dit gaat branden terwijl de motor
draait:
(BLZ.92)
(BLZ.93)