Basishandelingen
#
Inspectie voor het rijden
Voor een veilige rit dient u uw voertuig
eerst zorgvuldig te inspecteren.
Het gebruik van basisfuncties.
(BLZ.22)
• Instrumenten
(BLZ.24)
• Indicatoren
(BLZ.26)
• Schakelaars
(BLZ.28)
• Stuurslot
•
Type TU
Afdekking contactschakelaar
(BLZ.30)
•
Behalve type TU
Responssysteem (BLZ.39)
•
Behalve type TU
Key-systeem
(BLZ.31)
• Stop-/startsysteem
18
(BLZ.62)
#
Motor starten
Start de motor en laat deze warmdraaien.
Drijf het toerental niet op.
Honda SMART
(BLZ.42)
#
Accelereren
(BLZ.48)
Draai het gas geleidelijk open.
Houd u aan de snelheidslimiet.
(BLZ.45)
#
Voertuig starten
Geef, voor u wegrijdt, uw rich-
ting aan met de richtingaanwij-
zerschakelaar en controleer of
er ander verkeer is.
(BLZ.48)