7
Verhelpen van storingen
Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch
een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de
aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
7.1
Softwareversie van de apparaatbesturing
De opvraag van de softwareversie dient uitsluitend ter informatie voor bevoegd servicepersoneel en kan
in het configuratiemenu van het apparaat worden uitgevoerd > zie hoofdstuk 5.5!
7.2
Foutmeldingen (Stroombron)
Een storing wordt afhankelijk van de weergavemogelijkheden van de apparaatweergave als volgt weer-
gegeven:
Weergavetype - apparaatbesturing
Grafisch display
twee 7-segment weergaven
een 7-segment weergave
De mogelijke oorzaak van de storing wordt aangegeven met het desbetreffende storingsnummer (zie ta-
bel). Bij een storing wordt de voeding uitgeschakeld.
De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de apparaatserie en uitvoering!
•
Houd een documentatie bij van de optredende fouten van het lasapparaat en geef deze zonodig aan
het onderhoudspersoneel.
•
Treden er meerdere storingen op, dan worden deze achter elkaar weergegeven.
Foutmelding
E 0
E 4
E 5
E 6
E 7
E 9
E12
E13
E14
E15
E23
E32
099-005546-EW505
2.11.2022
Mogelijke oorzaak
Startsignaal bij fout gezet
Temperatuurstoring
Netvoeding overspanning
Te lage netspanning
Fout in de elektronica
Secundaire te hoge spanning
Storing spanningsreductie (VRD)
Fout in de elektronica
Afregelfout van de stroomregistra-
tie
Storing van een van de elektrische
voedingsspanningen
Temperatuurstoring
Fout in de elektronica
Verhelpen van storingen
Softwareversie van de apparaatbesturing
Weergave
Oplossing
Toortsknop resp. voetafstandsbediening niet in-
drukken
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het lasapparaat uit en controleer de net-
spanning
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de ser-
vicedienst
Schakel het lasapparaat uit, leg de elektrodehou-
der op een geïsoleerde ondergrond en schakel
het lasapparaat weer in. Blijft de storing bestaan,
waarschuw dan de servicedienst
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de ser-
vicedienst
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de ser-
vicedienst
55