5.
Selecteer de juiste opties voor
Paginaranden afdrukken,
Paginavolgorde en Afdrukstand. Klik op
de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
6.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de
knop OK om de taak af te drukken.
De afdrukrichting selecteren (Windows)
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
81