Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.
Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3.
Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open
de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen
wilt wijzigen.
4.
Selecteer voor elk menu de afdrukinstellingen die u wilt wijzigen.
5.
Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1.
Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3.
Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open
de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen
wilt wijzigen.
4.
Selecteer voor elk menu de afdrukinstellingen die u wilt opslaan, zodat u deze opnieuw kunt
gebruiken.
5.
Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
6.
Klik op de knop OK.
Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1.
Open op de computer het menu Apple
vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen (OS X v10.5 en 10.6) of het pictogram
Afdrukken en scannen (OS X v10.7).
2.
Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3.
Klik op de knop Opties en benodigdheden.
4.
Klik op het tabblad Driver.
5.
Configureer de geïnstalleerde opties.
NLWW
, klik op het menu Systeemvoorkeuren en klik
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
73