Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
8.3.1.
Regelsectie stuurdrukregelaar
De regelsectie bestaat uit een huis, met daarin een hulpdrukregelaar, toestroomklep en een
afstroomklep geïntegreerd.
8.3.1.1. Hulpdrukregelaar
De hulpdruk regelaar bestaat uit twee samenstellingen, te weten:
Hulpdruk regelaar regelsectie, bestaande uit een regelklep volgens figuur 19
•
Hulpdruk regelaar meetsectie, bestaande uit een samengesteld membraan en koppeling
•
volgens figuur 20 op blz. 38.
8.3.2.
Regelsectie hulpdrukregelaar
8.3.2.1. Assembleren regelklep
Monteer de O-ring (4), zie figuur 19, op zitting (5). Alleen de O-ring licht invetten. Monteer de zitting
(5) in het huis (2) door middel van een pijp van Ø 10 mm. Plaats de klep (7), veer (8) en de deksel
(6). Plaats de zekeringsring (9) en positioneer de drukpen (1).
8.3.2.2. Inbouwen regelklep
Draai de regelklep (9) en O-ring (8), zie figuur 18 op blz.34, in het huis van de stuurdrukregelaar
(13) door middel van steek/dopsleutel 30 (max 20 Nm).
•
•
LET OP
8.3.2.3. Uitbouwen regelklep
Draai hulpdruk klepsamenstelling (9) uit het huis van de stuurdrukregelaar (13) door middel van
ring/dopsleutel 30, zie figuur 18 op blz.34.
8.3.2.4. Demontage regelklep
Demonteer seegerring (9) om deksel (6), veer (8) en klep (7), uit huis (2) te verwijderen (zie figuur
19). Plaats een pen (max. diameter 2mm) schuin in het drukpengat, en druk de zitting (4) uit het huis
(2). Vervolgens kan de O-ring (4) verwijderd worden.
Tijdens het (de) monteren kan de drukpen (1) uit de hulpdruk klep
vallen (figuur 19).
Tijdens de montage van de hulpdruk klep mag geen vet gebruikt
worden.
Figuur 19: Hulpdrukregelaar regelklep
DDO3000MHNL/03-2019/Rev.10
RS300S
36