Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
De gasdrukregelaar moet aangesloten worden zoals aangegeven in onderstaande figuur 2.
De diameters van de leidingen moeten overeenkomen met de aanduidingen op de labels van de
gasdrukregelaar. De meetleiding van de stuurdrukregelaar mag niet langer dan 4 meter zijn.
De leidingen dienen zo geplaatst te worden dat eventueel condensaat niet in de gasdrukregelaar
kan stromen. Obstakels in de uitvoerleiding, gepositioneerd nabij de regelaar, kunnen het gedrag
van de regelaar beïnvloeden. Zie NEN 1059 voor voorschriften meetpunten, paragraaf 7.12.11.2.
Vmax. 30m/sec.
Retour- en afstroomleiding Ø12 mm
Meetleiding VAK Ø12 mm
Figuur 2: leiding aansluitingen
DDO3000MHNL/03-2019/Rev.10
Minimaal 5xDN
Minimaal DN40 met volle boring
Meetleiding stuurdrukregelaar Ø12 mm
Vmax. 20m/sec.
30 mbar: Vmax. 10m/sec.
RS300S
Inregelkraan
12