Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
4.
Montagevoorschriften
Voordat de gasdrukregelaar gemonteerd wordt, moeten de onderstaande punten zorgvuldig
nageleefd worden:
Controleer of de gasdrukregelaar niet beschadigd is geraakt tijdens het transport
•
of opslag.
Controleer of de geleverde gasdrukregelaar geschikt is voor de toepassing. Let
•
hierbij vooral op medium en druk- en temperatuurbereik
LET OP
(zie paragraaf 1.1. Gebruiksomstandigheden).
De stromingsrichting van het gas wordt aangeduid door de pijl op het huis van
•
de gasdrukregelaar.
Voorkom tijdens de montage overmatige spanningen in de gasdrukregelaar
•
Voorkom tijdens de montage impulsbelastingen (schokken b.v. door hamer).
•
Ademopeningen aangeduid met "p atmospheric breather" dienen horizontaal
•
geplaatst te worden en voorkom het indringen van vuil en vocht.
Verwijder direct na montage de hijsogen en vervang deze door de bijgeleverde
•
moeren, zodat deze hijsogen niet gebruikt kunnen worden voor het hijsen van
het gehele station.
De gasdrukregelaar is ontworpen om toegepast te worden in
•
gasdrukregelstations die ontworpen zijn volgens de NEN 1059:2010.
De gasdrukregelaar is duurzaam behandeld tegen corrosie en behoeft geen verdere
oppervlaktebehandeling. Eventuele beschadigingen moeten zorgvuldig hersteld worden.
De stuurdrukregelaar kan zowel links als rechts van de gasdrukregelaar gemonteerd worden. Dit
dient bij het bestellen van de gasdrukregelaar opgegeven te worden. Eventuele andere posities
zijn in overleg met Wigersma & Sikkema leverbaar.
Het verplaatsen van de stuurdrukregelaar door niet vakbekwaam personeel kan
•
de werking van de regelaar nadelig beïnvloeden.
Door het verplaatsen van de stuurdrukregelaar kan het voorkomen dat de
•
LET OP
stuurdrukregelaar opnieuw ingesteld moet worden.
Men dient alert te zijn dat de bij elkaar behorende stuurdrukregelaar en regelaar
•
niet verwisseld worden met een andere set. (te controleren aan de hand van de
registratienummers welke ook op het testrapport vermeld zijn).
Zowel de koppelingen en de restricties van de regelaar alsmede van de
•
stuurdrukregelaar maken deel uit van het ontwerp en mogen daarom niet
verwijderd, verplaatst of uitgewisseld worden.
DDO3000MHNL/03-2019/Rev.10
RS300S
11