Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiecontrole; Controle Op Functioneren; Controle Van De Sluitdruk - Wigersma & Sikkema RS300S Installatie-, Gebruikers- En Onderhoudshandleiding

Gasdrukregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor RS300S:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
6.3.

Functiecontrole

Regelaar in bedrijf, uitlaatafsluiter dicht.
6.3.1.

Controle op functioneren

Open de inregelkraan ongeveer 1/8 slag zodat de regelaar weinig levert. De druk behoort nu
stabiel geregeld te worden of mag periodiek variëren binnen de regelklasse. Voorwaarde kan zijn
dat de adem opening gedempt moet worden d.m.v. een sleutel (zie voorgaande paragraaf)
Indien de uitlaatdruk geregeld wordt volgens curve 2 in figuur 6 op blz. 18, dan is de regelaar in
goede conditie, en zal voldoen aan de regelklasse. Vervolgens dient de stuurdrukregelaar
nagesteld te worden zoals in de voorgaande paragraaf 'Nastellen'.
Indien de uitlaatdruk een zaagtandvormig verloop vertoont met een amplitude (top-top waarde)
groter dan 4x de regelklasse (zie figuur 7 op blz.19) dan is de conditie niet optimaal en behoort de
regelaar onderhouden te worden (zie hoofdstuk 7. Onderhoud).
Meestal is de oorzaak valse afstroming van de stuurdruk als gevolg van een lekkage in de
aansluitleiding Pm, maar soms is de oorzaak verhoogde wrijving van de lagering in de regelaar of
stuurdrukregelaar. Een stations configuratie welke anders is dan voorgeschreven, zoals
aangegeven in figuur 2 op blz. 12, alsmede een obstakel in de nabijheid van de uitvoerzijde van de
regelaar kan ook tot een onrustig regelgedrag leiden.
Zo is het mogelijk dat de regelaar een onrustig regelgedrag gaat vertonen wanneer de afname
veranderd wordt door de regelkraan te bedienen. Door de ademopening van de stuurdrukregelaar
af te dekken kan dit de regelaar weer rustig laten worden. Het onrustige regelgedrag verdwijnt
wanneer de afsluiter van de regelstraat geopend wordt, en de regelaar aan het net gaat leveren.
Uitlaatdruk Pd
0
6.3.2.

Controle van de sluitdruk

Open de inregelkraan en meet de uitlaatdruk. Sluit de inregelkraan langzaam, de druk loopt nu
langzaam op. Open de inregelkraan kort zodat de uitlaatdruk daalt tot een waarde die ongeveer
3% hoger ligt dan de zojuist gemeten uitlaatdruk. Nu ontstaat de statische sluitdruk zonder de
invloed van regelacties van de regelaar.
1
2
3
Figuur 7
Pd > 50 mbar
SG 5%
Pd < 50 mbar
SG 10%
DDO3000MHNL/03-2019/Rev.10
Tijd (regel-acties)
4
RS300S
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave