Systeeminstellingen
2 m
50 cm
Markeringen
Markeringen
Achterbumper
3 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
4 Tip [Camera-instellingen] aan.
5 Tip [Parkeerhulp instellen] aan.
6 Stel de richtlijnen in door de vier punten te
verslepen.
Stel de richtlijnen zo in dat ze over de markeringen komen te
liggen.
p Tip indien nodig
/ / / /
bij te stellen. Tip [Stand.] aan om de instellingen te resetten.
De tweede camera instellen
U kunt beeld van de tweede camera (een voorcamera e.d.) op het
scherm van dit product weergeven.
De activering van de tweede camera
instellen
De standaardinstelling is "Uit".
p Deze functie wordt gesynchroniseerd met de instelling "AV
ingang".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Ingang 2de camera] aan om over te scha-
kelen tussen "Aan" en "Uit".
40
Het spiegelbeeld instellen
De standaardinstelling is "Uit".
p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig
25 cm
op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
p Deze functie is beschikbaar als "AV ingang" is ingesteld op
"Camera" of "Ingang 2de camera" is ingesteld op "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
25 cm
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [2de cam.: video omk.] aan om over te scha-
kelen tussen "Aan" en "Uit".
De camera instellen voor de
stand Cameraweergave
Als u Cameraweergave altijd wilt weergeven, moet u
"Cameraweergave" op "Aan" instellen. (Dezelfde stand wordt
ingeschakeld als u
beeld. De instelwaarde wordt gesynchroniseerd.)
De standaardinstelling is "Uit".
p Om de achteruitkijkcamera in te stellen als de camera voor
de stand Cameraweergave, stelt u "Ingang camera achter"
/
aan om de richtlijnen
in op "Aan".
Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde
39
p Als u de tweede camera gebruikt, stelt u "AV ingang" in op
"Camera" of "Ingang 2de camera" op "Aan" (beide instellin-
gen worden gesynchroniseerd).
Raadpleeg De tweede camera instellen op bladzijde 40
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Cameraweergave] aan om over te schake-
len tussen "Aan" en "Uit".
p U kunt deze functie ook inschakelen door
[Cameraweergave] aan te tippen in het
AV-bronselectiescherm of in de bronnenlijst.
De veilige modus instellen
U kunt de veilige modus instellen waarmee wordt geregeld dat
sommige functies alleen werken wanneer u het voertuig op een
veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
aantipt op het scherm met het camera-
De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Veilige Modus] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".
De demonstratiestand instellen
De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Demo mode] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".
De systeemtaal selecteren
p Als de gebruikte taal niet overeenkomt met de taalinstelling
van dit toestel, wordt tekst wellicht niet juist weergegeven.
p Het is mogelijk dat sommige tekens niet juist worden
weergegeven.
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Raak [Systeemtaal] aan.
3 Tip de gewenste taal aan.
Het statusdisplay van de kli-
maatregeling omkeren
Als de optionele voertuigbusadapter is aangesloten, kan het
links/rechts-display van het statusdisplay van de klimaatregeling
worden omgekeerd als het niet overeenkomt met het voertuig.
De standaardinstelling is "Uit".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Klimaat omkeren] aan om over te schake-
len tussen "Aan" en "Uit".