Handsfree telefoneren
p Wanneer een iPhone werkt met iOS 6.1 of hoger, kan Siri
Eyes Free Mode met dit product worden gebruikt.
p Om deze functie met een smartphone te kunnen gebruiken,
moet het apparaat compatibel zijn met Android Auto. Als u
de stemherkenningsfunctie met een smartphone wilt gebrui-
ken, moet u Android Auto op voorhand starten.
Raadpleeg Gebruik van Android Auto op bladzijde 32
1 Geef het telefoonmenuscherm weer.
Raadpleeg Het telefoonmenuscherm weergeven op bladzijde
13
2 Raak
aan.
De stemherkenningsfunctie wordt gestart en het bijbehorende
scherm verschijnt.
p U kunt de stemherkenningsfunctie ook starten door de toets
in te drukken en vast te houden.
Opmerkingen voor handsfree
telefoneren
Algemene opmerkingen
Er kan niet gegarandeerd worden dat er een verbinding tot
stand kan worden gebracht met alle mobiele telefoons met
Bluetooth-technologie.
De lijn van de gezichtsafstand tussen dit product en
uw mobiele telefoon moet 10 meter of minder zijn wan-
neer u spraak en gegevens verzendt en ontvangt via de
Bluetooth-technologie.
De werkelijke afstand kan korter zijn dan de geschatte
afstand, afhankelijk van de gebruiksomgeving.
Bij sommige mobiele telefoons is het mogelijk dat het belsig-
naal niet via de luidsprekers wordt weergegeven.
Als de privémodus op de mobiele telefoon is geselecteerd,
is het mogelijk dat handsfree telefoneren niet kan worden
gebruikt.
Registratie en verbinding
Mobiele telefoonbewerkingen kunnen verschillen afhankelijk
van het type mobiele telefoon. Raadpleeg de instructiehand-
leiding die bij uw mobiele telefoon is geleverd voor gedetail-
leerde instructies.
Wanneer de telefoonboekoverdracht niet werkt, koppelt u
uw telefoon los en koppelt u de telefoon opnieuw met dit
product.
Telefoongesprekken maken en ontvangen
Het is mogelijk dat u een geluid hoort in de volgende
situaties:
— Als u de telefoon beantwoordt via de toets op de telefoon.
— Als de persoon aan de lijn de telefoon ophangt.
Als de persoon aan het andere uiteinde van de lijn de con-
versatie niet kan horen vanwege een echo, verlaagt u het
volumeniveau voor handsfree telefoneren.
Bij bepaalde mobiele telefoons is handsfree bellen niet
mogelijk, zelfs als u de toets op de mobiele telefoon indrukt
voor het aannemen van een inkomende oproep.
De geregistreerde naam verschijnt als het telefoonnummer
al is geregistreerd in het telefoonboek. Als hetzelfde telefoon-
nummer is geregistreerd onder verschillende namen, wordt
alleen het telefoonnummer weergegeven.
De geschiedenis van ontvangen oproepen en
gebelde nummers
U kunt geen onbekende gebruiker (geen telefoonnummer)
bellen via de geschiedenis van ontvangen oproepen.
Als u belt vanaf de mobiele telefoon, worden er geen
geschiedenisgegevens opgenomen in dit product.
Telefoonboekgegevens overbrengen
Als er meer dan 800 telefoonboekgegevens zijn op uw
mobiele telefoon, worden wellicht niet alle gegevens volledig
gedownload.
Afhankelijk van de telefoon, zal dit product het telefoonboek
mogelijk niet weergeven.
Als het telefoonboek in de telefoon afbeeldingsgege-
vens bevat, wordt het telefoonboek mogelijk niet goed
overgedragen.
Afhankelijk van de mobiele telefoon is het mogelijk dat de
overdracht van het telefoonboek niet uitgevoerd kan worden.
Instelling voor
iPod / iPhone of
smartphone
Als u een iPod / iPhone of smartphone met dit product wilt
gebruiken, moet u de instellingen van dit product configureren
voor het apparaat dat u wilt aansluiten.
In dit gedeelte worden de instellingen voor elk apparaat
beschreven.
Basisprocedure voor het instel-
len van een iPod / iPhone of
smartphone
1 De methode kiezen om uw apparaat aan te sluiten.
Raadpleeg De verbindingsmethode voor het apparaat
instellen op bladzijde 15
2 Sluit het apparaat op dit product aan.
Raadpleeg de installatiehandleiding.
3 Sluit indien nodig het apparaat via Bluetooth op dit
product aan.
Raadpleeg Bluetooth
-verbinding op bladzijde 11
®
De verbindingsmethode voor
het apparaat instellen
Om een iPhone of smartphone met dit product te gebruiken,
selecteert u de verbindingsmethode voor het apparaat.
De instellingen moeten overeenkomstig het aangesloten appa-
raat worden gemaakt.
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
2 Tip [Instellingen in-/uitgang] aan.
3 Raak [Smartphone instellen] aan.
4 Configureer de volgende instellingen.
Apparaat: een te verbinden apparaat selecteren.
Verbinding: Selecteer de verbindingsmethode.
Raadpleeg Informatie over de verbindingen en functies van
elk apparaat op bladzijde 17
15