MENU VOOR hET PERsONALisEREN VAN dE iNsTELLiNGEN VAN dE AUTO
Als de auto uitgerust is met deze in de
boordcomputer 1 ingebouwde functie, dan
zorgt deze voor het inschakelen/uitschake-
len en de afstelling van sommige functies
van de auto
Toegang tot het menu voor
het personaliseren van de
instellingen
Druk bij stilstaande auto, meerdere keren
op een van de knoppen 2 of 3 tot de bood-
schap "Menu instellingen: ingedrukt houden"
op het display 1 wordt weergegeven. Druk
langer dan 2 secondes op één van de knop-
pen 2 of 3 om naar het menu te gaan.
1.66
1
selectie van de instellingen
Druk op één van de knoppen 2 of 3 voor het
selecteren van de te wijzigen functie:
a) Auto. portiervergr. tijdens het rijden;
b) Alleen bestuurdersportier ontgrendelenl;
c) Ruitenwisser achter bij achteruit rijden;
d) Automatische verlichting overdag;
e) Parkeerhulp voor;
f) Parkeerhulp achter;
g) Parkeerhulp: volume;
h) TAAL.
=
functie ingeschakeld
<
functie uitgeschakeld
Als de regel is geselecteerd, houdt u één
van de knoppen 2 of 3 ingedrukt om de
functie te wijzigen: Als u één van de keuzes
"Parkeerhulp volume" of "TAAL" selecteert,
2
krijgt u opnieuw een selectie (geluidsvo-
lume van de parkeerhulp of taal van het in-
strumentenpaneel). Bepaal in dat geval uw
keuze en bevestig deze door één van de
knoppen 2 of 3 ingedrukt te houden, de ge-
selecteerde waarde wordt weergegeven met
~
een
voor de regel.
3
Om het menu te verlaten, selecteert u
"VERLATEN" of "TERUG" en bevestigt u dit
door één van de knoppen 2 of 3 ingedrukt
te houden. Het kan nodig zijn dit een aantal
keren te herhalen.
Het menu voor het personaliseren van
de instellingen van de auto kan niet ge-
bruikt worden tijdens het rijden. Boven
20 km/u voor de auto's met een handge-
schakelde versnellingsbak (0 km/u voor
de auto's met een automatische trans-
missie), gaat het display automatisch
over naar de boordcomputer.