AUTOGORdELs
(3/3)
Ontgrendelen
Druk op de knop 6, de gordel wordt door het
oprolmechanisme teruggetrokken. Begeleid
hem.
N.B.: tijdens het rijden, als een autogordel
achter ontgrendel is, verschijnt de bood-
schap "losmaken van een autogordel achter"
op het instrumentenpaneel.
1.24
de volgende raadgevingen gelden voor de autogordels voor en achter.
– Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het veiligheidsmecha-
nisme, aan de bevestiging ervan noch aan die van de stoelen. Raadpleeg een
merkdealer voor het monteren van bijv. een kinderzitje.
– Zorg dat er geen voorwerpen tussen de riemen worden gestoken die speling
kunnen veroorzaken (wasknijpers, klemmetjes, enz.): een autogordel die te los zit, kan
verwondingen veroorzaken in geval van een ongeluk.
6
– Draag nooit de schoudergordel achter de rug of onder de arm langs aan de kant van het
portier.
– Een autogordel mag nooit door meer personen tegelijk gebruikt worden; sla uw gordel
nooit om een baby of een kind heen dat op uw schoot zit.
– De gordel mag niet gedraaid zijn.
– Na een botsing moet u de gordels laten controleren en indien nodig vervangen. Gordels
die beschadigingen vertonen moeten ook worden vervangen.
– Let op dat de gesp van de gordel in de juiste sluiting vastzit.
– Zorg dat er geen voorwerp in de sluiting van de gordel kan komen waardoor de werking
belemmerd wordt.
– Let er bij het terug kantelen van de achterbank op dat de autogordels weer op de juiste
wijze gebruikt kunnen worden.