CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING
3
Verwisselen van de wielen
Indien u de wielen van plaats wilt verwisse-
len, raadpleeg dan altijd een merkdealer om
het systeem te resetten.
Om gemakkelijk de plaats van elk wiel te be-
palen, kijkt u naar de kleur van de ring 4 (na
deze eventueel schoongemaakt te hebben)
die om elk ventiel zit:
A gele ring
B zwarte ring
C rode ring
D groene ring
2.18
(2/4)
B
A
D
C
De in ieder ventiel 3 gemon-
teerde drukzender is speciaal
voor dit wiel op deze plaats be-
stemd: in geen geval mogen
de wielen van plaats worden verwisseld
zonder het systeem te resetten.
Gevaar van verkeerde informatie met
ernstige gevolgen.
als er in of nabij de auto een
apparaat aanwezig is dat de-
zelfde frequentie gebruikt, kan
deze de werking van het con-
trolesysteem bandenspanning versto-
ren.
In dat geval signaleert het systeem de
daling van de bandenspanning onder
normale omstandigheden.
Als de banden uitgerust zijn met sneeuw-
kettingen of onder de sneeuw zitten, kan
de werking van het bewakingssysteem
verstoord zijn.