ACHTERUITRIJCAMERA
3
C
B
A
Bewegende tekening 3 (afhankelijk van
de auto).
Deze wordt in het blauw op het scherm 2
weergegeven. Hij geeft de verplaatsings-
richting van de auto aan afhankelijk van de
stand van het stuurwiel.
Vaste tekening 4
De vaste tekening bestaat uit gekleurde
merktekens A, B en C, die de afstand achter
de auto aangeven:
– A (rood) op ongeveer 30 centimeter van
de auto;
– B (geel) op ongeveer 70 centimeter van
de auto;
– C (groen) op ongeveer 150 centimeter
van de auto.
2.40
(2/2)
De tekening blijft staan en geeft de verplaat-
singsrichting van de auto aan als de wielen
in lijn zijn met de auto.
4
Dit systeem wordt in de eerste plaats ge-
bruikt met behulp van meerdere tekeningen
(bewegend voor de verplaatsingsrichting
en vast voor de afstand). Als de rode zone
bereikt is, gebruikt u de afbeelding van de
bumper om nauwkeurig te stoppen.
Het scherm geeft een omgekeerd beeld.
De tekeningen zijn een op een horizon-
tale ondergrond geprojecteerde weer-
gave; houd geen rekening met deze in-
formatie in het geval van een verticaal of
op de grond geplaatst voorwerp.
De voorwerpen die op de rand van het
scherm verschijnen kunnen vervormd
zijn.
In geval van te veel licht (sneeuw, auto
in de zon, enz.) kan het zicht van de
camera gestoord zijn.
Als de achterklep open staat of niet goed
gesloten is, verschijnt de boodschap
"Achterklep open" en, afhankelijk van de
auto, verdwijnt de weergave van de ca-
merabeelden.