HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING, VERWARMING (3/3)
A
Verdeling van de lucht in het
interieur
Draai de schakelaar E om de gewenste wer-
king te kiezen.
J
De lucht wordt naar de ventilatie-
roosters in het dashboard ge-
voerd.
G
de luchtstroom wordt naar de ven-
tilatieroosters van het dashboard
en de voeten van de inzittenden gevoerd:
deze afstelling zorgt voor een optimale tem-
peratuur bij warm weer.
ó
De lucht wordt voornamelijk naar
de voetenruimtes gevoerd.
3.6
B
C
F
i
Om te voorkomen dat de ruiten be-
slaan, wordt de luchtstroom ver-
deeld tussen de voorruit, de zijruiten en de
voeten van de inzittenden: deze afstelling
zorgt voor een optimale temperatuur bij
koud weer.
W
Om te voorkomen dat de ruiten be-
slaan wordt de luchtstroom naar
de voorruit en de zijruiten gevoerd.
D
E
Achterruitverwarming
Druk op de toets D: het controlelampje
brandt.
Deze functie voorkomt dat de ruit achter be-
slaat.
Om hem uit te schakelen, drukt u weer op
toets D.
Functie "helder zicht"
Om te voorkomen dat de ruiten beslaan, zet
W
u alle schakelaars in stand
tuur, ventilatiesnelheid en luchtverdeling in
het interieur).
Controleer of u in stand toelating van bui-
tenlucht bent (het controlelampje van de
toets B gaat uit).
(tempera-