3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang
Stuurstang in hoogte verstellen
Druk de blokkeerhendel (B/3) zover
naar beneden totdat de inkepingen vrij
zijn.
Breng de stuurstang op de gewens-
te hoogte (afb. G).
Laat de blokkeerhendel los en voer
het stuur in de gewenste inkeping zo-
dat de blokkeerhendel weer helemaal
naar boven in de uitgangspositie terug-
zwenkt.
G
Aankoppelen van
werktuigen
Het maaiwerktuig kan met de werktuig-
snelaansluitkoppeling zonder gereed-
schap worden aan- en afgekoppeld, of
aan een ander aanbouwwerktuig wor-
den gekoppeld, zoals bijv. een
sneeuwschuiver.
Uitgave 03.96
De vergrendeling voor de werktuig-aan-
sluitkoppeling wordt vanaf het stuur met
de excenterhendel (B/1) bedient.
Aankoppelen van werktuigen:
Excenterhendel naar achteren bren-
gen (vergrendeling is geopend)
Afdekkap van de aansluitas verwij-
deren
Aanbouwwerktuig in de opening
brengen
Excenterhendel naar voren brengen
– de vergrendeling moet nu automatisch
inklikken (excenterhendel weer hele-
maal naar voren gezwenkt).
Als dit niet geval is: werktuig enigszins
heen en weer bewegen.
Afkoppelen van werktuigen:
Excenterhendel naar achteren bren-
gen (vergrendeling is geopend)
Aanbouwwerktuig uit de werktuig-
aansluiting trekken
Afdekkap over de aansluitas van het
aanbouwwerktuig schuiven.
H
Motormaaier 3600 BM
19